ZONDAG 23 JUNI
Gisteravond op het nieuws gezien dat het weer in heel Europa voor de zoveelste keer van slag is, alleen in het zuiden van het Iberisch Schiereiland is het nog zonnig, verder valt er veel regen! We hopen dat het hier vandaag iets beter zal zijn en afgezien van één flinke bui van een half uur is het de rest van de dag droog gebleven. We beginnen aan week twee maar het lijkt wel week vier zoveel hebben we de eerste week meegemaakt. kunnen ons bijna niet voorstellen dat we pas een week geleden de verjaardagen van onze kleindochters hebben gevierd.
Weg van de kust zit je vrijwel direct in het Zweedse sfeertje, mooie, rustige wegen met de eeuwig zingende bossen, groene landerijen, in diverse kleuren geschilderde huizen, rood, geel, blauw, groen, of wit, langs de kant van de weg wilde lupines in allerlei kleuren en niet te vergeten de vele meren en meertjes. Het is een genot om hier te rijden het is weer echt genieten! Boven ons mooie wolkenpartijen met daar tussen grote plekken blauw, wat wil een mens nog meer!
Een half uurtje onderweg zien we rechts van de weg een paar campers staan op een prachtig plekje aan het water op een smal stukje tussen twee meren, we gaan er kijken en lassen spontaan een koffiepauze in, zetten de stoelen buiten en gaan even genieten. Mochten we ooit weer in Zweden komen dan is dit een schitterende overnachtingsplek en dan komen we hier zeker terug.
Via Fargelanda, Bengstfors en Årjäng rijden we richting Noorwegen en net voor Fargelanda gaan we kijken op het ‘Ättekullengrafveld’, een grafveld met o.a. rechtopstaande stenen in de vorm van een cirkel. Het grafveld valt een beetje tegen, we hebben de vorige reis mooiere gezien en dat ligt niet alleen aan de plek maar meer aan de omgeving, er heeft hier een flinke brand gewoed, alle struiken die op de grafheuvels stonden zijn verbrand en de meeste bomen zijn afgezaagd en verwijderd, er liggen alleen nog verbrande takken, het ziet er troosteloos uit.
Bij Årjäng gaan we richting Oslo en na ongeveer 30 kilometer rijden we de grens met Noorwegen over, je moet de rechter baan kiezen als je iets aan te geven hebt en de linker als je niets aan te geven hebt, natuurlijk hebben wij niets aan te geven, wij hebben geen alcohol aan boord!! Daarna volgen er nog een paar flinke hobbels en het is gebeurd. Een kwartier geleden scheen de zon nog en nu komt de regen met bakken tegelijk uit de lucht.
In Ørje, een paar kilometer over de grens, is een in 1860 gebouwd sluizencomplex, de ‘Ørje Sluser’ die de meren Rødenessjø en Oymarksjø met elkaar verbind, er zijn drie hele diepe kamers nodig om het hoogte verschil van tien meter te overbruggen. We gaan eerst lunchen en dan gaan we net als drie jaar geleden even rondkijken, net als toen zijn de sluizen buiten gebruik i.v.m. restauratie werkzaamheden en kan er geen boot door. De bui is inmiddels overgetrokken en we zien weer net zo’n mooie lucht als vanochtend.
Via Mysen en Skjønhaug, een mooie route over weg 22, rijden we naar Lillestrøm en daar nemen weg 120 verder naar het noorden, we gaan weer op zoek naar de Stengård Kirke, een bijzondere bezienswaardigheid, daar hebben we zes jaar geleden ook gestaan en dat willen we even herhalen.
In Lillestrøm is het weer tijd om de tank vol te gooien en dat is toch even schrikken, ongeveer 1,77 per liter!
Het grasveld waar we de vorige keer stonden is nu afgesloten maar we vinden toch weer een plekje waar we een mooi uitzicht hebben over de Hurdalssjøen, één van de vele meren in deze streek.
Onderweg diverse elanden gezien! (op waarschuwingsborden), ze zijn er dus wel in deze streek, alleen laten ze zich niet zo makkelijk spotten. We hopen er deze reis meer te zien dan in 2010, toen waren het er maar twee! We zijn vandaag lekker opgeschoten, hebben ruim 300 kilometer gereden.
MAANDAG 24 JUNI
Gisteravond nog een paar regenbuitjes gehad, zelfs toen de zon scheen, en als we opstaan regent het niet maar het is wel bewolkt. We gaan verder op weg 102 en bij Prestagrdshagan nemen we weg 180, al snel komen we over een wildrooster en worden we gewaarschuwd voor overstekende schapen en elanden, de elanden laten zich niet zien, we zien wel hun keutels, schapen zien we genoeg! Bij Lygna gaan we weg 4 op richting Gjøvik. Jammer, het begint te miezeren en na Gjovik begint het echt te regenen!
We volgen weg 4 tot de aansluiting met de E6 ‘De Noordkaap Route’, wij gaan niet naar de Noordkaap en na 55 kilometer, bij Tretten, slaan we linksaf (weg 254) richting Skei, daar begint de Peer Gyntvegen, een mooie toeristische route door een soms woest landschap. De Peer Gyntvegen is een zgn. Bomvegen (tolweg), je kunt er met je creditkaart betalen (70 NOK) en dan gaat de slagboom open. en wordt het genieten! Aan het begin van de middag wordt het wat lichter buiten, houdt het op met regenen en komt de zon sporadisch tevoorschijn.
Na de slagboom stijgt de weg langzaam verder en wordt het landschap kaler, talloze zijweggetjes naar afgelegen boerderijen kruisen de harde onverharde weg.
In 2007 hebben we deze route ook gereden en nu we toch in de buurt zijn willen we er nog een keer van genieten. Het is een werkelijk schitterende route met fraaie vergezichten met in de verte besneeuwde bergtoppen. Ook hier lopen, net als op weg 160, de schapen vrij rond, soms liggen ze midden op straat en je moet niet denken dat ze snel opstaan. Het is hun terrein!
Het is erg rustig op de 55 kilometer lange route, zagen we in 2007 op verschillende plekken campers staan, vandaag zien we niemand. Aan het begin van de route stoppen we op en kleine parkeerplaats om te lunchen en gaan genieten van het uitzicht en de stilte, je hoort hier bijna niets, geen auto, geen vliegtuig, alleen een paar vogels! Na de lunch rijden we verder en gaan naar het hoogste punt (1053 meter), hier hebben we zes geleden ook gestaan en ook nu zetten we de camper daar weer een poosje neer, en de zon ………… die zien we steeds vaker!
Voor het avondeten begint het weer te regenen en het ziet er niet naar uit dat het voorlopig droog gaat worden, alle blauwe plekken van vanmiddag zijn verdwenen, het is één grauwe massa buiten. We besluiten na het eten verder te rijden en op zoek te gaan naar een plekje voor de nacht. Bij Harpefos komen we weer op de E8 en bij Sjoa rijden we een stukje weg 257 op en dan opeens staan er twee jonge elanden midden op de weg, natuurlijk zijn we net te laat om een foto te maken, als ze onze camper horen zijn ze heel snel in de struiken verdwenen.
DINSDAG 25 JUNI
Uiteindelijk zijn we gisteravond terecht gekomen in Otta op één van vele parkeerplaatsen, er stond al een camper en we zijn er achter gaan staan. Toen we in Otta aankwamen zag het er buiten weer beter uit en ook als we opstaan is het buiten aangenaam, lichte wolken afgewisseld met blauwe plekken. Voor we verder rijden gaan we eerst op zoek naar een pinautomaat, hebben dringend Noorse kronen nodig en een supermarkt voor een paar boodschapjes en dan nemen we weg 15 richting Lom.
Gisteravond zagen we ook al een vrachtwagen scheef in de berm hangen en vanochtend zien we er weer één, de bermen zijn diep en zacht en je hoeft maar even naast de weg te komen en het is gebeurd, een gewaarschuwd mens telt voor twee!
We komen langs snelstromende rivieren, soms smal en even later weer heel breed en het wateroppervlak is op sommige plekken zo glad dat de omgeving zich er in spiegelt, geweldig! Het is volop genieten, wat is dit toch een mooi land en dan te bedenken wat ons allemaal nog te wachten staat!
In Lom stoppen we op de parkeerplaats van het tot ver buiten Scandinavië bekende ‘Lom stavkyrkje’ en willen naar binnen, we hebben pech, als we aankomen wordt de toegangsdeur net gesloten, we kunnen niet naar binnen i.v.m. een begrafenis!
De basis van deze staafkerk is gebouwd rond 1150 en in de loop van de 17de eeuw werd de kerk aan alle kanten uitgebreid tot het huidige kruisvormige model met z’n markante torenspits. Op de daken zitten nog de originele 13de-eeuwse drakenkoppen. In 1933 is deze staafkerk volledig gerestaureerd.
We gaan verder over weg 15 en even later zien we een bordje Ofossen Mølle, slaan linksaf en gaan over een smalle bruggetje naar de overkant. Hoe we ook zoeken, we vinden geen in bedrijf zijnde molen, alleen een molensteen! Vanaf Grotli gaan we richting Åndelsnes (weg 63), de ‘Goldenroute’, die volgens ons boekje zondermeer de mooiste route van Noorwegen mag worden genoemd, hij is inderdaad adembenemend mooi, maar of het ook de allermooiste is! We hebben deze route al twee keer gereden maar dan vanaf het noorden, nu komen we uit het zuiden.
De weg gaat eerst door een kaal, ruig landschap met op veel plekken nog sneeuw. Het water in het meer is nog zo koud dat er nog stukjes ijs in liggen met daarop een laagje sneeuw, het ijs is prachtig blauw net als het eeuwige ijs op de Zuidpool zoals je dat in documentaires ziet. Het valt ons op dat op deze route een groot deel van het verkeer dat we tegenkomen uit campers bestaat. In de gouden gids lezen we dat deze route ongeschikt is voor caravans, toch komen wetwee waaghalzen tegen!
Na een paar kilometers zien we de wegwijzer naar de top van de ‘Dalsnibba’. We besluiten spontaan deze weg op te rijden en af te wachten wat ons te wachten staat, eerst even 100 NOK afrekenen en dan mogen we de Nibbevei oprijden. Het eerste stukje is geasfalteerd maar al snel wordt het een harde onverharde weg die in de bochten een beetje modderig is, uitgesleten door de grote bussen die vanaf weg 63 naar het uitzichtpunt heen en weer rijden. Een prachtige route maar ook wel een klein beetje eng, op veel plekken ontbreken de vangrails!
De weg, met een maximum hellingspercentage van 12% laat het meer, waar we net nog langs reden, snel in de diepte zakken en we krijgen een steeds mooier uitzicht op de omgeving. Bijna boven komen we in de wolken en helemaal boven is het niet veel anders. Het laatste stukje van de weg is gelukkig wel weer geasfalteerd. Op het hoogste punt (1474 meter) is een grote parkeerplaats en daar parkeren we de camper, voorlopig blijven we hier even in de hoop dat de wolken zullen verdwijnen en we kunnen genieten van een spectaculair uitzicht.
Af en toe komt er een bus met toeristen naar boven maar opeens komen er een stuk of tien bussen achter elkaar de parkeerplaats op rijden, het zal ons niets verbazen als er in het Geirangerfjord een cruiseschip ligt. De meeste passagiers lopen direct naar de sneeuw en gaan er in spelen, het is maar wat je leuk vindt! Tegen vier uur is het uitzicht boven nog steeds niet veel beter, we gaan weer naar beneden en nu maar hopen dat we niet te veel grote bussen tegenkomen tijdens de afdaling.
Nog maar net weer op weg 63 zitten we weer in de wolken, het geeft wel een bijzonder sfeertje maar we zien toch liever iets meer! De weg naar Geiranger, aangelegd in 1885, is een prachtig stukje wegenbouw voor die tijd, twintig haarspeldbochten en hier en daar een hellingspercentage van 10 procent!
Net voor Geiranger op het zuidelijke uitzichtpunt stoppen we een foto van het schitterende fjord. Jammer dat de wolken zo laag hangen daardoor is het uitzicht niet optimaal! Wel ligt er, zoals we al dachten, een cruiseschip voor anker.
We zoeken de parkeerplaats in Geiranger op, van camper-kennissen gehoord dat zij daar ook altijd zonder problemen staan, wij gaan dat ook proberen. Het kleine dorpje Geiranger zou zonder het prachtige fjord, dat zo diep is dat er Cruiseschepen in kunnen varen en die komen hier dan ook regelmatig, een onbeduidend kerkdorpje zijn. Het is nu een toeristisch plaatsje, een straatje met een paar souvenirwinkeltjes en verder hotels, pensions, campings en een kleine supermarkt en dat is het dan.
We lopen even het dorpje in, de vorige keer dat we hier waren lag er geen cruiseschip en was het er stil, nu zal er wel meer bedrijvigheid zijn denken we, dat valt tegen, er loopt bijna niemand! De passagiers van de Costa Luminosa zijn met bussen o.a. naar de ‘Dalsnibba’ en lopen hier niet rond. Aan het eind van de middag liggen in de haven de taxibootjes klaar om de mensen weer naar het cruiseschip te brengen en als de laatste passagiers weer aan boord zijn worden de taxi’s omhoog gehesen, even later klinkt de scheepshoorn en vertrekt de Costa Luminosa.
WOENSDAG 26 JUNI
Als we wakker worden liggen er twee cruiseschepen, de Nautica en de Grande Mistral in het fjord en al voor acht uur komen de eerste passagiers met de watertaxi aan land, bussen rijden af en aan. Vandaag zien we de bussen ook de andere kant op rijden naar de Trollstigvei (Het Trollenpad).
Om tien uur zijn we er weer klaar voor om verder te rijden, we blijven weg 63 volgen naar het noorden en we zien in het fjord nog een cruiseschip aankomen, de Aida, en deze is een maatje groter dan de twee die er al liggen.
De schitterende weg van Geiranger naar Eidsdal noemen ze de Ørnigsvingen (Adelaarsbocht), al heel snel zitten we hoog boven het fjord en hebben een prachtig uitzicht. We stoppen een paar keer om van de omgeving te genieten, de mooiste stopplek is de P Ørnigsvingen, daar heb je zo’n overweldigend uitzicht op het fjord dat je er stil van wordt. Diep beneden zien we hoe het derde cruiseschip tussen de twee die er al liggen doorvaart en dan omdraait en dat duurt wel even!
Wel jammer dat de toppen van de bergen bedekt zijn onder een dikke deken, gelukkig is het onder het wolkendek wel redelijk helder en kunnen we volop genieten van de directe omgeving. We zien van alles; watervallen, de één een stuk groter dan de ander, kronkelende stroompjes en waterversnellingen met glashelder water en keien, heel veel keien, waarvan sommigen bijna zo groot zijn als een huis!
Van Eidsdal naar Linge krijgen we onze eerste Noorse pont en er volgen de komende weken nog veel meer, zijn benieuwd of het ons weer lukt om voor de 6 meter prijs (we zijn 6,07 meter) de oversteek te maken, dat scheelt alleen al bij deze oversteek 97 NOK en dat is toch de moeite waard. Als we aankomen vertrekt er net een boot, maar al snel is er weer een, het vaart hier af en aan. Op de stroken waar we moeten parkeren voor we de boot op kunnen rijden staat elke meter een streep, kunnen ze precies zien hoe lang je bent, wij zijn vandaag 6 meter!
Aan de overkant komen we na 4 kilometer in Valldal, gaan daar we eerst de brandstoftank weer vullen en maken we gebruik van de verzorgingsplek. Bij het informatiebureau zetten we de camper op de kade en gaan aan de koffie. We lopen even naar binnen met de vraag of ze misschien internet mogelijkheden hebben en ja hoor, je hebt alleen wel een code nodig die zonder problemen wordt gegeven. We halen e-mail binnen en proberen de site bij te werken maar dat lukt niet, w.s. is de bandbreedte onvoldoende, dat moet dus wachten tot de volgende keer.
We zitten in ons T-shirt buiten te internetten, het is 20 graden en best wel lekker, het wordt steeds lichter en af en toe komt de zon zelfs even om het hoekje kijken. Eerst nog even lunchen en dan gaan we de Trollstigvei (Het Trollenpad) op, we hopen van harte dat het boven net zo helder zal zijn dan beneden. De weg naar boven vanaf de zuidzijde stijgt gestaag (max. 8%) en langzaamaan kachelen we naar de top, volop genietend van de omgeving.
De vorige keer kochten we hier langs de kant van de weg aardbeien, nu zijn ze jammer genoeg nog niet rijp, staan zelfs nog in bloei. We krijgen te maken met een omleiding omdat een brug afgesloten is. Het alternatief is een smalle en erg bochtige weg waarin het erg lastig is elkaar te passeren. Er rijdt een grote bus voor ons en dus gaat iedereen zover mogelijk aan de kant, we proberen aansluiting met de bus te houden en komen ongeschonden weer op de doorgaande weg uit. Simon zit te genieten!, hij vindt het prachtig zulke weggetjes!
Onderweg naar boven komen we langs het ‘Gudbrandsjuvet” en we gaan weer even kijken. Het water stort zich hier tientallen meters naar beneden en perst zich door een smalle kloof, het is er erg druk, er lopen heel wat passagiers van de cruisschepen rond. Hoe hoger we komen hoe kaler en ruiger het wordt, water stroompjes, watervallen links en rechts, je raakt niet uitgekeken. Het ene moment zie je de bergtoppen en een ander moment zitten ze weer helemaal in de wolken en dat geeft soms bijzondere plaatjes.
Op de top (850 meter) ziet het er beter uit dan drie jaar geleden, toen was het één grote bouwpunt, nu is alles klaar, is er een mooie grote parkeerplaats, een restaurant en natuurlijk de bekende souvenirshops waarin, hoe kan het anders, alle artikelen voorzien zijn van een Trol. Natuurlijk lopen we naar het uitzicht-punt dat boven de diepte hangt en waar je het Istradal inkijkt, in de diepte de haarspeldbochtenweg ziet liggen waar op sommige plekken het verkeer elkaar maar nauwelijks kan passeren. Het blijft bijzonder indrukwekkend, ook voor de derde keer!
DE TROL
Oerdom, boosaardig, lelijk, stinkend, wanstaltig en geniepig zijn allemaal kwalificaties die worden gebruikt om een oer-Noors fenomeen te omschrijven: DE TROL.
Volgens de mythologische overlevering zouden Trollen, die soms groter zijn dan kerktorens, in de bergen leven. Overdag roofden zo mooie meisjes om die ’s nachts op hun hoofd te laten krabben. Andere exemplaren zouden op de bodem van meren leven, of onder een brug of in een eenzame hut. Soms worden ze voorgesteld als kabouters met een staart en een lange neus, die in holen leven en graag feestvieren. Ze zouden een boven natuurlijk kracht bezitten en als mensen niet vriendelijk tegen ze zijn kunnen ze heel wat kwaad aan richten.
De spectaculaire slingerweg met een hellingspercentage van 10% die we vanaf het uitzichtpunt al hebben gezien is ook weer adembenemend mooi. De weg is in de bochten verbreed en opnieuw geasfalteerd en dat rijdt een stuk relaxter dan de vorige keren dat we hier langs kwamen. Ook hier stoppen we regelmatig om van al het mooie te genieten, zien op afstand de Stigfors waterval, 180 meter hoog en proberen deze in één foto te vangen! Wat hebben we weer veel moois gezien vandaag! We voelen ons bevoorrechte mensen!
Bij Andalsnes nemen we een piep klein stukje E136 en al heel snel nemen we de afslag richting Afarnes (weg 64), net buiten Andalsnes zien we campers aan het water staan en we stoppen ook, hebben een mooi uitzicht op het Romsdalsfjord, het is genoeg voor vandaag!
Nog een mooie heldere avond gehad en als we om 11.00 uur naar bed gaan is het nog behoorlijk licht (zie foto) en is de zon nog steeds niet onder gegaan, het zonnepaneel staat nog rechtop! Het zal niet lang meer duren of de zon gaat helemaal niet meer onder.
DONDERDAG 27 JUNI
De dag begint in ieder geval goed, bijna windstil en de overkant van het fjord spiegelt zich in het water, het is moeilijk te zien waar het water overgaat in land en tussen de bergen hangen wolkenflarden en dat is best een mooi gezicht. Het eerst stukje van de route van vandaag hebben we al eerder gereden, vanaf Mittet op weg 660 (overnachtingsplek 2007) is het allemaal nieuw, we proberen daar waar het kan onbekende routes te rijden. Het cruiseschip dat we gisteren in het Geirangerfjord zagen binnenkomen ligt nu afgemeerd aan de kade van Andelsnes.
Tot Åfarnes volgen we weg 64 en dan gaan we over weg 660 naar het oosten, we komen langs het Langsfjorden, het Eidsfjorden en het Sundandalsfjorden en tussen de verschillende fjorden rijden we onder de bergen door of er overheen en daar kunnen we goed zien dat het in dit gebied heel erg vochtig is, de rotsen langs de kant van de weg zijn zo doordrenkt van het water dat ze bijna zwart zien, ze zitten vol varens en verschillende soorten mos. Ondanks dat dit niet de mooiste route van Noorwegen zou zijn vliegen de oh’s en ah’s door de camper en is het genieten!
Na Eidsvåg gaan we weg 62 op en bij Sunndalsora weg 70 richting Rykkkjem en wat weer echt Scandinavisch is, er zijn weg werkzaamheden (er wordt een nieuwe tunnel gegraven) en daar mag je alleen langs achter een begeleidende auto, we worden geïnformeerd dat we het nog ongeveer zeven minuten duurt voor die wagen er is. Na de ‘achtervolging’ stoppen we op de eerste de beste ‘Rasteplass’ en gaan lunchen en geloof het of niet we zitten BUITEN te eten, af en toe schijnt de zon zelfs!! Zou dit een voorbode zijn voor iets mooier weer, we hopen het!
Bij Rykkjem steken we met een pont over het Stangvikfjorden naar Kvanne, hier lukt het niet de oversteek voor zes meter te maken, de kaartjesverkoper houdt voet bij stuk en hij heeft natuurlijk helemaal gelijk. We volgen nog een stuk de 670 en bij Surnadal gaan we weg 65 op, hier laten we het fjordengebied achter ons, de omgeving wordt vriendelijker en de bergen ronder en minder hoog. We rijden door het gebied ‘De Trollheimen’ en de weg wordt dan ook niet voor niets de ‘Trollheimsvegen’ genoemd.
In Moen gaan we een stukje van de doorgaande weg af en slaan links af, gaan in het gehucht Mo naar een Y-vormige kerk kijken, een vrijwel uniek gebouw in Noorwegen en gebouwd in 1728. We kunnen het alleen van de buitenkant bekijken, het toegangshek zit op slot en de kerkdeur zit dicht. Jammer, zou wel eens willen zien hoe zo’n kerkje er van binnen uitzag. Ook dit is weer een mooi gebied alleen op een heel andere manier, weidser en groener met vooral veel bloemen langs de kant van de weg, fluitenkruid, lupines, boterbloemen, margrieten, etc.
We rijden door naar Trondheim en gaan daar op zoek naar de plek waar we drie jaar geleden ook hebben gestaan, vanaf daar loop je over een brug zo het oude centrum in en dat willen we nog wel een keer overdoen. Rondom Trondheim staan een aantal automatische tolstations, de eerste keer dat we worden gescand kost het 20 NOK, wanneer en hoe we die moeten betalen zien we wel, de vorige keer dat we hier reden hebben we er nooit meer iets van gehoord. De tweede en de derde keer is het tarief ook weer 20 NOK en de vierde en laatste keer is het 5 NOK!
Gelukkig is ons geheugen nog goed en rijden we in één keer naar de goede plek, de parkeerplaats bij het atletiek stadion, je mag hier nog steeds 24 uur vrij staan, wel even uitkijken in de straat naar de parkeerplaats, bijna onzichtbaar zitten er hele hoge drempels in de weg, op één plek zelfs twee achter elkaar en als je daar iets te hard overheen rijdt ………….. kom je centimeters van je zitting omhoog, we kunnen het weten is ons de vorige keer gebeurd!
Aan het begin van de avond lopen we over de voetgangersbrug het centrum van Trondheim in. Tijdens de middeleeuwen was dit de belangrijkste stad van Noorwegen, het was de zetel van de bisschop en de koningen werden hier gekroond, maar sinds de 16de eeuw ging de stad langzaam in betekenis achteruit. Na een heftige brand in 1681 werd het centrum van de stad geheel opnieuw aangelegd. Brede straten en tal van pleinen bepalen nog steeds het uiterlijk van de stad.
Het oude centrum ligt op een schiereiland tussen de Nivelda en het Trondheimfjord en de belangrijkste bezienswaardigheden zijn hier te vinden. We gaan deze keer in ieder geval naar de imposante kathedraal die werd gebouwd op de plek waar in 1093 een houten kerk werd gebouwd op het graf van Olav de Heilige.
In 1152 werd deze kerk uitgebreid tot de kathedraal
‘Nidarosdomen’, met een lengte van 102 meter en een breedte van 50 meter het grootste middeleeuwse gebouw in heel Scandinavië. Het is avond en de kerkdeuren zijn gesloten!
Naast de Dom werd in 1160 begonnen met de bouw van het Erkebispegården, het paleis van de aartsbisschop. Na de reformatie diende het gebouw als zetel van de gouverneur. Het oudste gedeelte is nu nog in gebruik door de overheid voor representatieve doeleinden, verder zijn er musea, expositieruimtes en een concertzaal in ondergebracht. Schuin tegenover de kathedraal is het Kunst en Art museum.
We lopen naar de winkelcentrum en tot onze verbazing zien we dat er een zomermarkt wordt gehouden op één van de grote pleinen en in de aansluitende straten, gezellig druk! Er is live muziek, veel kramen waar je wat te eten kunt kopen, heel veel snoepkramen, sierraden, tassen, kaas, worst, eigenlijk wat je op zoveel markten kunt kopen, ze hebben hier dezelfde armbandjes als we in Portugal hebben gekocht, je betaald hier wel ruim het dubbele! Het mooiste vonden wij de ‘Hobbelmotor’, de motor kan van het onderstel af en dat heb je een ‘loopmotor’, geweldig!
VRIJDAG 28 JUNI
Het duurde inderdaad niet meer zo lang, vannacht is de zon niet onder gegaan en de komende weken zullen we er weer aan moeten wennen dat het 24 uur per dag licht is, toch blijft dat een bijzondere ervaring.
We verlaten Trondheim onder wisselende weersomstandigheden, het ene moment regent het en het andere moment schijnt de zon. We volgen de E6 en voor we in Stjordål zijn, zijn we al weer onder twee tolpoortjes doorgereden, totale kosten 50 NOK.
In Stjordål slaan we rechtsaf richting Zweden en gaan bij Storlien de grens over. We gaan weer een door stuk door Zweden en hopen daar weer net als de vorige keer, veel rendieren te zien. Boven de poolcirkel gaan we weer naar Noorwegen en dan zijn we al heel dicht bij de Lofoten, onze eindbestemming deze reis.
De omgeving veranderd weer, de bergen worden nog lager en de wegen glooiender, vergeleken met het fjordengebied zijn het net grote bulten. Het is even wennen!
Net voor de Zweedse grens zien we links van de weg een stuwmeertje met daarbij een prachtig plekje om te kunnen staan en als het mooi weer was geweest hadden we dat zeker gedaan, het is nog steeds geen ‘buitenzit’ weer en we gaan verder. In de verte verschijnen er kleine blauwe plekjes tussen de wolken, misschien is het verder naar het oosten beter weer!
Net over de grens met Zweden gaan we tanken en boodschappen doen, altijd goedkoper dan in Noorwegen. Groente en fruit ziet er niet uit, wat zijn wij dan verwend! in Nederland!
Om ons heen heel veel bomen, bermen vol met gele, paarse, roze, blauwe en witte bloemen, rivieren, meertjes, kleine waterstroompjes en waarschuwingsborden voor overstekende sneeuwscooters. In de verte zien we bergen met hier en daar nog een plukje sneeuw en daar weer boven is het wisselend bewolkt, gelukkig regent het niet meer.
Natuurlijk maken we ook vandaag weer een aantal stops, soms alleen maar om van de omgeving te genieten en een andere keer om iets te bekijken wat we in ANWB Goud hebben gelezen.
In Åre, de drukst bezochte toeristenplaats in Jamtland, ’s winters een groot skigebied en ’s zomers wordt er veel gekanood, staat de Gamla kyrkan. Het torenloze stenen kerkje dateert uit de 13e eeuw, maar werd in 1736 verbouwd. Het sfeervolle interieur is 17e-eeuws en dat is ook wel te zien, het hout van de banken is op verschillende plekken gescheurd en de verf bladdert er hier en daar al aardig af. De mooie klokkenstoel uit 1850 maakt deel uit van de muur rondom het kerkhof.
In ANWB Goud ook gezien dat er tussen Åre en Järpen en mooie waterval moet zijn. We zien het bordje Ristafallet, slaan rechtsaf en na een paar honderd meter komen we op een prachtig gelegen camping terecht. Om bij de waterval te kunnen komen moeten we over de camping anders kom je er niet bij. Aanvankelijk lijkt het niet zo veel maar als we even verder lopen hebben we een schitterend uitzicht op een prachtige waterval waarin het water over een rotsrand met geweld naar beneden dendert, het is zeker de moeite waard er te gaan kijken.
We rijden nog door tot net boven Oresund, komen onderweg nog over deze smalle brug, en gaan op zoek naar het plekje bij Høgfors Kraftstation (gevonden op internet), de lucht is inmiddels mooi blauw geworden, met hier en daar wat witte wolken, natuurlijk willen we nog even van het mooie weer genieten, hebben al genoeg grauwe luchten gezien de laatste week. De plek aan een stuwmeertje hebben we snel gevonden, het is er erg mooi en ook lekker rustig, er is een stookplaats en een picknicktafel, een echt Zweeds plekje!
ZATERDAG 29 JUNI
Het is heerlijk buiten en we besluiten een dagje te blijven, even genieten, je weet maar nooit wanneer het weer zo mooi zal zijn, we zitten zelfs al buiten te ontbijten, een ongekende luxe!!
Nu we hier toch blijven maken we er maar gelijk een wasdag van! Water hebben we in overvloed, we gebruiken voor de was het glas heldere water uit het meer.
Jammer genoeg wordt het in de loop van de middag weer bewolkt en valt er af en toe weer regen, onder de luifel is het nog een poosje uit te houden en als het frisser wordt duiken we camper in.