ZONDAG 2 OKTOBER
We gaan even ontspannen, de laatste dagen behoorlijk veel op de harde schijf gezet, het wordt tijd om even te relaxen. Het is nog steeds zeer aangenaam buiten, een strak blauwe lucht, een klein briesje van zee en een temperatuur van rond de 30 graden.
‘s Morgens willen we een kijkje nemen in het Castillo di Sante Severa dat zo’n twee-en-een-half duizend jaar geleden door de Etrusken is gebouwd, het kasteel staat in één van de belangrijkste historische en archeologische omgevingen aan de Thyrreense Zee.
Het Castillo di Sante Severa is een ommuurd dorpje met daaraan vast het kasteel. Het kasteel kunnen we jammer genoeg niet in, ze zijn bezig met een grootscheepse, miljoenen kostende, renovatie. Vanuit een raam van de ingangstoren heb je een mooi overzicht over het dorp. In één van de vroegere woonhuizen is nu een museum gevestigd met vooral stukken die in de zeeën van Griekenland tot Spanje gevonden zijn. In enkele andere huizen zijn, zoals bijna overal op bijzondere locaties, winkeltjes met goedbedoelde prullaria zoals wij dat noemen.
Het grootste gedeelte van de middag brengen we door op het strand en gaan af en toe de zee in, dit kunnen we uren volhouden! Het is behoorlijk druk op het strand, het is zondag, heel veel mensen zijn vrij vandaag, het is schitterende weer en dan is een dagje op het strand een aangename bezigheid.
MAANDAG 3 OKTOBER
We hebben besloten nog een dagje in Sante Severa te blijven, nog even een dag genieten van zon, zee en strand, voor we door het binnenland weer naar het noorden rijden. In het dorp, een kleine kilometer van waar we staan, is alles wat we nodig hebben, o.a. een supermarkt met vers brood, een slager, een pinautomaat en diverse terrasjes. 's Middags spelen de heren een potje "Strand Jeu des Boules", Siem is een ervaren strandspeler, Simon moet het nog leren, het vergt toch wel een bepaalde handigheid.
DINSDAG 4 OKTOBER
We gaan weer verder na een paar heerlijke dagen aan het strand, vandaag is Saturnia ons reisdoel. We volgen de mooie SS1 langs de kust en dan nemen we de SS74 en de SP159 en om kwart voor twee komen we aan op de camperplek van Terme de Saturnia. Volgens de legende zou Saturnia gesticht zijn door de god Saturnus zelf. Tegenwoordig is Saturnia vooral beroemd om zijn warmwaterbronnen, een modern kuurcomplex ligt aan een landweg even buiten de plaats, de intreekosten zijn niet misselijk, 24 euro per persoon.
Elk uur vertrekt er vanaf de camperplaats een gratis shuttlebus naar de één kilometer verderop gelegen waterval “Castcate del Gorollo” waar gratis een bad kan worden genomen in het warme zwavelhoudende en mineraalrijke bronwater. Iedereen gaat al in badkleding naar de bus, volgens ons staan heel veel mensen langere tijd op deze camperplek en gaan dagelijks, misschien wel meerdere keren per dag, kuren in het warme water.
Wij nemen de bus van 16.00 uur en zijn niet de enigen die naar de waterval willen, ze kunnen zelfs niet in één bus, dus gaat de bus twee keer. Erg druk is het gelukkig niet, er nog plek genoeg voor ons. Wat is het heerlijk dat warme water en de rotte-eieren lucht valt heel erg mee. Het water valt met donderderend geweld naar beneden en vervolgt z’n weg verder over rotsplateaus, op de plateaus zijn uitsparingen en daarin is het heerlijk toeven. Na drie kwartier gaan we er uit en besluiten morgenochtend nog een keer te gaan.
WOENSDAG 5 OKTOBER
Hadden we gisteren nog gezegd dat we vanochtend nog een keer naar de waterval wilden, na een nacht met de zware lucht van zwavel in onze neus, hebben we er genoeg van opgesnoven en laten we het bij één bezoekje aan de waterval. Na het ontbijt gaan we weer op pad naar de volgende bestemming. Onder een strak blauwe lucht rijden we naar Pitigliano de “Città del Tufo”.
De mooiste route is vanuit Manciano, je ziet de afstand tot de plaats steeds kleiner worden, maar geen Pitigliano, totdat het voorbij een bocht ineens in volle glorie te voorschijn komt, waauw wat geweldig mooi!! De huizen zijn gestapeld op de loodrechte wanden van een grote tufsteenrots, waardoor het lijkt alsof ze in de rotswand zijn uitgehakt, net als de grote nissen waarin de Etrusken in deze omgeving hun doden begroeven en waarin tegenwoordig de boeren hun gereedschap opbergen.
We maken een wandeling door het bijzonder fraaie stadje, smalle straatjes, trapje op en trapje af. Kleine winkeltjes, die vooral met de hand gemaakte spullen verkopen, wisselen elkaar af, we komen zelfs een kleine wijnmakerij tegen en mogen de wijn proeven.
In het net van kleine straatjes is een kleine Joodse getto verscholen die ontstond toen de joden in de 17de eeuw moesten vluchten voor de katholieken. In de tweede wereldoorlog is bijna de hele Joodse gemeenschap door de nazi’s uitgeroeid. De Joodse synagoge is wel in tact gebleven.
Na onze wandeling door Pitigliano gaan we verder, eerst over de SS74 en dan de SS2 naar het noorden richting Siena, al snel rijden we weer door het echte Toscaanse landschap zoals we dat van de plaatjes kennen, glooiende strak geploegde akkers, boerderijen op de heuvelranden met oprijlanen omzoomd door cipressen.
We stoppen vandaag in Bagno Vignoni, niet wetend dat we weer in een bijzonder stadje terecht komen.
Eigenlijk is het een gehucht waar we in plaats van een dorpsplein een warmwaterbassin van 50 bij 30 meter aantreffen, midden in het bassin zien we het water opborrelen, het water heeft daar een temperatuur van 49º Celsius, te heet om zo maar in te springen. In de 15de eeuw heeft Paus Pius II het geneeskrachtige bad zijn huidige vorm gegeven. Niet alleen de Paus kwam hier kuren, ook de gewone soldaten uit het leger van de republiek Siena zochten hier genezing. De restanten van de waterloopjes en het oude badhuis zijn nog heel goed te zien.
DONDERDAG 6 OKTOBER
We zijn al weer aardig vroeg op pad, we gaan vandaag naar de laatste grote stad die we op deze reis zullen gaan verkennen, Siena. We zetten de campers op een parkeerplaats aan de rand van de stad en gaan met de bus verder naar het centrum. De stad is gebouwd op drie heuvels in de vorm van een Griekse Y. De drie standsdelen komen samen op het schelpvormige Piazza del Campo, volgens velen het mooiste plein ter wereld.
De bestrating van het plein dateert uit 1347 en is verdeeld in negen velden die verwijzen naar de “Raad van Negen” die Siena in de 13de en 14de eeuw bestuurde.
Siene is met zijn smalle, bochtige straten echt een middeleeuwse stad en alle straten in de oude binnenstad leiden als vanzelf naar het “Campo”, hier vind je ook de maar liefst 102 meter hoge Torre del Mangia en de Fonta Gaia fontein.
Uit ANWB Goud:
Twee maal per jaar op 2 juli en op 16 augustus is het Piazza del Campo het strijdtoneel van de Palio, de spectaculaire (ongezadelde) paardenrace tussen de verschillende stadswijken van Siena. Enkele dagen voor de Palio wordt de Piazza del Campo bedekt met een laag aarde en worden er al proefraces gehouden. Voorafgaand aan de race trekt er een kleurrijke, in historische kostuums gestoken optocht door de Campo, vergezeld van trommelaars en vendelzwaaiers. De winnaar van de race wordt op handen gedragen, de verliezers kunnen maar beter snel vertrekken.
6104 De Duomo van Siena, gebouwd tussen 1136 en 1382, is een van de grootste kathedralen van Italië en natuurlijk slaan we die niet over. Zeer opvallend zijn de zwart-witte marmeren pilaren die het gewelf dragen en de bijzondere met marmer ingelegde vloeren die bestaat uit 56 vlakken elk met verschillende vormen en afmetingen. De kroonlijst is versierd met terracotta bustes van 172 pausen en 36 keizers en de koepel is bekleed met flonkerende sterren. Heerlijk om hier even rond te lopen en alles goed op je in te laten werken.
Na ons bezoek aan Siena rijden we een klein stukje verder en strijken neer in Monteriggioni, op de parkeerplaats van het kleine ommuurde stadje met z’n 14 torens, we waren hier al eerder deze reis.
VRIJDAG 7 OKTOBER
Oh, oh, het weer is helemaal omgeslagen, de temperatuur is nog wel aangenaam, maar wolken bedekken een groot deel van de mooie blauwe luchten van de afgelopen weken en er staat een harde wind. We hadden het al gezien op het weerstation, maar tegen beter weten in hoop je toch op beter. Vandaag scheiden onze wegen zich, Siem en Franka gaan naar het westen en wij gaan naar het noorden, nog even samen boodschappen doen bij de Lidl in Poggibonsi en dan gaat ieder zijn eigen weg. We hebben samen een fijne tijd gehad en zullen ze zeker missen.
Wij volgen de SS429 en rijden via Empoli, Fucecchio en Montecatini naar Pistóia. Ook in Italië wordt het herfst, de bladeren kleuren en nu er een harde wind staat zien we ze overal dwarrelen. Zo’n 15 km voor Pistóia begint het keihard te regenen, vergezeld van onweer en hagelstenen als miniknikkers en voorlopig houdt het niet op. Het regent zo hard dat er een laag water op straat achterblijft en de goten zijn kleine riviertjes, de afvoerputten kunnen het niet aan en de temperatuur daalt naar 16 graden, vanochtend was het nog 22 graden.
Gelukkig wordt het weer droog en komt de zon ook weer kijken en aan het eind van de middag gaan we op de fiets naar het centrum van Pistóia. De stad heeft een metaalindustrie met een traditie die teruggaat tot de middeleeuwen en het woord “pistool” zou zijn afgeleid van Pistóia. In het oude centrum zijn een aantal monumenten die het bekijken zeker waard zijn. Een aantal oude gebouwen zijn aan de buitenzijde bekleed met horizontale banden van wit en groen marmer, waaronder de achthoekige doopkapel, heel apart.
ZATERDAG 8 OKTOBER
Als vanouds kijken we weer tegen een strak blauwe lucht aan, het is wel een stukje frisser als we opstaan, 10 graden, maar dat mag de pret niet drukken.
We gaan verder naar het noorden en langzaamaan verlaten we het mooie Toscane. We rijden een verschrikkelijk mooie route door de Apennijnen, via Maresca, San Marcello en Cutigliano komen we in het wintersportplaatsje Abetone, de naam Abetone is afgeleid van een reusachtige spar “Abete” die in verband met de aanleg van deze weg moest worden omgehakt
Op de berghellingen staat het vol met verschillende soms metershoge boomsoorten, essen, beuken, zilversparren, berken, sparren en lariksen en nu allemaal in herfsttooi, wat een veelheid aan verschillende kleuren en op de grond ligt een geel/bruin tapijt van afgevallen bladeren, prachtig. Door de vele bomen hebben we hier maar mondjesmaat uitzicht op het ons omringende landschap.
Op de “Passo dell’Abetone (1388m) gemarkeerd door 2 stenen piramides hebben we een schitterend zicht op de hoogste top van de Appenijnen, de “Monte Cimone” (2165 meter) de SS12 die Apennijnen over gaat, staat bekend als de “Strada del Brennero”, omdat zij Toscona, via Modena, Verona, Trento en Bolzano verbindt met de Brennerpas. Hoe hoger we komen hoe minder begroeiing en kunnen we volop genieten van de ons voorgeschotelde uitzichten, geweldig! Deze weg noemen ze niet voor niets “La Strada Panoramica”.
We volgen nog steeds de SS12 en na Pavullo laten we de slingerroute achter ons en dalen we af naar de in onze ogen minder interessante Po vlakte. In Modena gaan we naar de Area Camper Club Mutina, een prachtige overnachtingsplek met alles er op en er aan, het sanitair blinkt je tegemoet en er is zelfs een vrije Wifi, kunnen we na 10 dagen de site weer eens bijwerken. Normaal kost deze plek 15 euro maar als je een ACSI kaart hebt krijg je 20% korting en betaal je 12 euro. De stoelen gaan naar buiten en gaan nog een paar uur genieten van de zon.