ZONDAG 18 JUNI
Jammer, na drie zonnige dagen is het nu weer zwaar bewolkt en in de verte horen we de eerste donderslag op deze reis, het ziet er niet zo gunstig uit voor vandaag, hoezo ‘zon’dag!
We gaan weer verder en al snel komt de regen met bakken tegelijk uit de lucht vallen. In de tweede tunnel waar we doorkomen is het zo vochtig dat de voor- en zijramen van de camper aan de buitenkant beslaan, iets wat we nog nooit eerder mee hebben gemaakt.
We rijden naar Nesna waar de volgende oversteek op ons wacht, de derde op weg 17. We hadden al gezien dat het kantje boord was dat we de boot van 10.35 uur zouden halen, maar het is gelukt! Drie minuten voor vertrek arriveren we en kunnen zo de boot oprijden. We staan nog maar net stil of de Ferry vertrekt voor een tochtje van 25 minuten. In Levang is het iets lichter buiten en de regen is gelukkig gestopt, het blijft er wel heel dreigend uitzien.
Verder op onze tour rijden we langs het Leirfjord waar door de harde wind de schuimkoppen op het water staan en verderop komen we over de Helgalandsbrua, een fraai kunstwerk. Op het eind van de dam is een parkeerplaats en daar kunnen we de brug op afstand bekijken, heel mooi.
In Sandnessjøen is een boerderij uit de Vikingtijd blootgelegd en gerestaureerd, natuurlijk is daar weer een toeristische attractie van gemaakt, we gaan niet naar binnen, we hebben het veel grotere Vikingmuseum op de Lofoten al bekeken.
De ‘Sju Søstre’, een bergketen met zeven even hoge toppen, heeft er vandaag geen zin in zich te laten zien, ze hebben de bokkenpruik op, zij zijn ook niet blij met het slechte weer en de laaghangende wolken.
Op het Russisk Kirkegård in Søndre, werden in 1953 alle Russische krijgsgevangenen die in de oorlog waren gestorven, herbegraven. In het gemeenschappelijke graf liggen 6725 ongeïdentificeerde lichamen, 826 lichamen zijn wel geïdentificeerd en die hebben elk een eigen graf gekregen.
Langzaam is het landschap aan het veranderen, het hele ruige en kale maakt plaats voor begroeide hellingen, de dalen worden breder en vlakker, we zien weer pas gemaaide weilanden en het verse gras zit mooi verpakt in witte rollen, er is meer bebouwing en de koeien en schapen lopen hier weer zomaar over de weg.
In Alstahaug is een prachtig 12de-eeuws gerestaureerd kerkje en een nog goed bewaard gebleven pastorie uit 1650 waarin nu een winkeltje met husflid (huisvlijt) is gevestigd.
Direct naast de prachtige kerk staat het hyper moderne Petter Dass museum. Petter Dass leefde rond 1700 en was een bekend dichter en de zoon van een rijke Schotse emigrant. Hij maakte van een eenvoudige parochie een welvarend kerkdorp. De tegenstelling in bouwwerken kan bijna niet groter zijn!
Twintig minuten later staan we voor het volgende veer die van Tjøtta naar Forvik, een oversteek van weer een uur, waarin ook tussendoor nog drie eilandjes worden aangedaan.
Bij Vevelsta Trevare is achter een bedrijfsgebouw een heuse camperplek ingericht compleet met verzorgingspunt, prachtig aangelegde plaatsen met picknicktafels, vuurplaatsen en natuurlijk met uitzicht op, ja hoe kan het anders, een fjord. Aan het eind van de dag klaart het weer helemaal op en boven zee zien we zelfs weer blauwe lucht en witte wolken
MAANDAG 19 JULI
Gisteravond nog vol verwondering naar de prachtige avondlucht gekeken. De zon kwam af en toe tussen de wolken door te voorschijn en dat was werkelijk genieten.
Op de tegenlichtopname lijkt het of het al bijna donker is buiten, maar ik kan iedereen verzekeren dat het ’s avonds om tien uur, toen de foto gemaakt werd, nog bijna net zo licht is als overdag, het schemerde nauwelijks merkbaar.
Vanochtend ziet het er weer heel anders uit, het is huilen met de pet op, het lijkt wel herfst!
We gaan maar weer verder, hadden nog graag een dag op deze mooie plek gebleven als het weer beter was geweest.
Na vier kilometer staan we weer op een kade voor de volgende oversteek, die van Ånddelsvåg naar Horn, vaartijd 20 minuten. Zijn benieuwd of we niet zeeziek worden, het water is heel erg onrustig.
Eigenlijk waren we van plan geweest een Minicruise met de Hurtigruten te gaan maken vanuit Brønnøysund.
Om 17.00 uur vertrekt er een boot in zuidelijke richting en bij de stop in Rørvik ga je dan van boord, met de volgende boot die in noordelijke richting vaart ga je weer terug naar Brønnøysund. Gelezen op internet dat dat een bijzondere ervaring moet zijn.
We laten het maar zo, de zee is ons iets te ruw en het zicht is miserabel.
Het blijft maar regenen, ons uitzicht is bijzonder slecht en we zien dan ook weinig van de omgeving. We volgen nog steeds weg 17 en bij Vennesund krijgen we nog één overtocht en die gaat naar Holm en dat is de laatste op de ‘Kystriksveien’ de veel geprezen kustroute die uiteindelijk in Steinkjer eindigt. We zijn weer net op tijd, vier minuten voor vertrek komen we aanrijden en we kunnen nog net mee.
In Holm is het inmiddels gelukkig iets lichter buiten en we hebben weer meer zicht. Eerst maar eens even een broodje eten en dan pas weer verder. Zo’n 20 kilometer na Holm heb je de keuze om of via de 771 en de 769 naar Namsos te rijden of de 17 te blijven volgen. Wij kiezen voor de laatste optie, willen de 17 helemaal afmaken.
De weg gaat niet meer direct langs de kust maar meer door het binnenland, een mooie afwisselende route langs aan de ene kant het Innerfoldafjord en aan de nadere kant een steile wand. We komen langs meren, kleine riviertjes en rotsen die begroeid zijn met dikke plakken mos en in de bermen varens, nog bloeiende lupinen, klaver, judaspenning en meer gekleurd spul, weer heel anders dan de route direct langs de kust en als verrassing ergens zomaar in een weiland vier van deze prachtige kraanvogels.
Net voorbij Høylandet zien we in de verte aan de rand van het Grungstadvatnet een camper staan, we gaan kijken of we er bij kunnen, het is een mooie kleine plek met picknicktafels en vuurplaatsen en er kan nog een camper bij. Het zit er weer op voor vandaag, al met al een natte dag en we hopen van harte dat het morgen beter zal zijn
DINSDAG 20 JULI
Na het ontbijt gaan we in een rustig tempo verder naar het zuiden en rijden door een groot landbouwgebied, akkers vol met o.a. heel veel graan, aardappels, kool, wortels en aardbeien. In de weilanden wordt het gras pas gemaaid en verwerkt tot kuilgras als het minstens drie kontjes hoog is. In één van die pas gemaaide weilanden zien we weer zo’n mooie kraanvogel maar nu met twee jongen.
Even later rijden we gelijk op met de Namsen, de rivier die ontspringt op de kale Børgefjell en bijna kaarsrecht naar beneden stroomt langs de E6 en dan bij Grong naar zee afbuigt. Het is een hele populaire zalmrivier, er komen veel buitenlandse sportvissers op af, ze nemen of hun eigen tent mee of huren een huisje en een boot en zitten dan de hele dag te vissen. De gevangen vis wordt gefileerd en gaat dan in special daarvoor bestemde diepvriesboxen mee terug naar huis.
Bij Namsos slaan we links af en net voor Steinkjer houdt de ‘Krystriksveien’ op, een werkelijk schitterende route die vooral langs de kust gaat. De weg is 650 kilometer lang en daar hebben we zes dagen over gedaan en als het weer iets mooier was geweest, waren we hier vast langer blijven hangen. Onderweg hebben we 6 keer een Ferry moeten nemen, zijn we over 11 bruggen gereden en door 23 tunnels variërend in lengte van een paar meter tot enkele kilometers.
In Steinker gaan we eerst de gasfles vullen en dan nemen we een heel klein stukje de E6 omdat het echt niet anders kan, wanneer het maar even kan verruilen we deze weer voor een alternatieve route, we hebben niet zo’n zin in een doorgaande route en hebben iets anders opgezocht. Bij Vist nemen we de 761, die uitkomt op in de 755 en deze weg loopt grotendeels langs één van de grootste fjorden van Noorwegen, het Trondheimsfjord, 130 kilometer lang en op sommige plekken meer dan 35 kilometer breed.
Bij Hustad, net op de 761, is een kerkje dat vermoedelijk bijna 1000 jaar oud is. Het ligt verscholen tussen de bomen en is helaas gesloten. Daarna nemen we de 755 die het schiereiland Fosen doorkruist, een vrij geïsoleerde streek dat nog niet beschikt over een net van goede wegen, bijna alle wegen lopen dood in de vissersdorpjes aan de westkust. Een heerlijke rustige weg, we komen weinig auto’s tegen, maar wel heel veel schapen, zij beheersen hier het straatbeeld en zijn de wegmisbruikers, het is dus goed opletten.
Bij Rørvik nemen we de boot over het Trondheimfjord, boven onze hoofden ontstaan grote vraagtekens, bij aankomst op de kade zijn de kassa's gesloten, er is alleen een rijbaan open voor autopashouders, we sluiten dus maar aan. Eenmaal op de boot komt er niemand om een ticket te verkopen, mogen we deze keer gratis mee? dan alsnog hartelijk bedankt!
We rijden naar Trondheim en gaan op zoek naar de parkeerplaats bij het atletiekstadion. Op de site van Rob en Adrie gelezen dat zij daar ook hebben gestaan en het ei hoeft natuurlijk niet twee keer uitgevonden te worden. Op 50 meter afstand van ons plekje hebben we dit prachtige uitzicht op de oude stad.
Vandaag, terwijl regenbuien ons vergezelden, door een mooi, vriendelijk en glooiend landschap gereden met minder hoge bergen, minder spectaculair dan we de afgelopen tijd gewend zijn en onze harde schijf krijgt even rust.
WOENSDAG 21 JULI
Gisteravond drong het voor het eerst tot ons door dat het tegen middernacht toch al aardig begint te schemeren, de straatverlichting is zelfs aan en in verschillende huizen zien we weer licht branden, in de camper kunnen we nog lezen zonder extra verlichting.
Het is nog steeds grauw en grijs buiten en het blijft maar regenen. Na de lunch klaart het op, wordt het droog en gaan we de stad in.
Over de voetgangersbrug, achter de camper, lopen we Trondheim in. Tijdens de middeleeuwen was dit de belangrijkste stad van Noorwegen, het was de zetel van de bisschop en de koningen werden hier gekroond, maar sinds de 16de eeuw ging de stad langzaam in betekenis achteruit. Na een heftige brand in 1681 werd het centrum van de stad geheel opnieuw aangelegd. Brede straten en tal van pleinen bepalen nog steeds het uiterlijk van de stad.
Het oude centrum ligt op een schiereiland tussen de Nivelda en het Trondheimfjord en de belangrijkste bezienswaardigheden zijn hier te vinden. De meest opvallende is natuurlijk de imposante kathedraal die werd gebouwd op de plek waar in 1093 een houten kerk werd gebouwd op het graf van Olav de Heilige. In 1152 werd deze kerk uitgebreid tot de kathedraal ‘Nidarosdomen’, met een lengte van 102 meter en een breedte van 50 meter het grootste middeleeuwse gebouw in heel Scandinavië.
Naast de Dom werd in 1160 begonnen met de bouw van het Erkebispegården, het paleis van de aartsbisschop.
Na de reformatie diende het gebouw als zetel van de gouverneur. Het oudste gedeelte is nu nog in gebruik door de overheid voor representatieve doeleinden, verder zijn er musea, expositieruimtes en een concertzaal in ondergebracht.
We kijken rond in de prachtige Dom met z’n immense ruimte waar heel veel te zien is. Verder hebben we lekker door het centrum geslenterd, zien mooie oude houten pandjes en snuffelen rond in het grote winkelcentrum met z’n leuke winkeltjes en terrasjes. De stad zit vol met toeristen, veelal herkenbaar aan hun kleding. Ook zien we heel veel jonge mensen en dat is niet zo gek want Trondheim is een universiteitsstad.
Om half vier zijn we weer terug in ons huisje op wielen en besluiten nog een stukje verder te rijden. Tien minuten later regent het al weer, we hebben het wel getroffen in de stad!
Rondom Trondheim zien we regelmatig waarschuwingsborden voor het automatische tolstation. De Noren hebben een sticker op hun nummerplaat, die wordt gescand en achteraf moeten ze dan betalen, een soort rekeningrijden dus. Toeristen zijn kennelijk vrijgesteld, wij hoefden niets te betalen.
De E39 is een mooie groene slinger route, in het begin op zeeniveau, later op een hoogte van rond de 300 meter, we hebben regelmatig mooie uitzichten op een dal, meer of fjord en altijd op de achtergrond de bergen. We rijden tussen bomen door of zien kleine meertjes met bloeiende waterlelies en de bermen zijn ook hier weer mooi gekleurd. Op de picknickplaats Ellingsgården willen we overnachten, maar dat is helaas verboden. Na het avondeten gaan we weer verder en vinden in het haventje van Vinjeøra wel een goed plekje.
DONDERDAG 22 JULI
Voor de verandering regent het weer eens vandaag, waar hebben we dat toch meer gelezen. Deze week is het wel heel bar, het is de vijfde dag op rij slecht weer, het zal toch wel een keertje beter worden? Vandaag hadden we graag een alternatieve route gereden maar dat heeft onder deze weersomstandigheden weinig zin.
We blijven op de E39 waar over een groot gedeelte wegwerkzaamheden zijn, de weg wordt zo te zien gerenoveerd, er is nieuw asfalt aangebracht en op sommige plekken is de weg verbreed.
Ergens op het traject is de weg helemaal versperd door een grote kraan, mensen worden in een bakje naar boven gehesen en er worden netten aangebracht om vallende stenen op te kunnen vangen. Het houdt even op maar het is wel aardig om te zien hoe dat in z’n werk gaat.
We rijden langs het Vinjefjord met aan de overkant veel watervallen en op verschillende plekken in het fjord zien we de ringen van de viskwekerijen. Op de campings die we onderweg zien kijken we met verbazing naar de caravans met hun met plaggen bedekte houten ‘voortenten’.
In Halse komen we weer bij een veerpont en hier steken we het Halsafjord over naar Kanestraum, een tochtje van twintig minuten. We stoppen bij de Bergsøysundbrua, het heeft geen zin nog verder te rijden met dit slechte weer.
VRIJDAG 23 JULI
Gisteren heeft het bijna de hele dag onafgebroken geregend, pas aan het begin van de avond klaarde het op. Voor vandaag ziet het er een stuk beter uit.
De dag begint een beetje anders dan we gewend zijn, om kwart over vijf slaat de paniek een beetje toe, onze stroomvoorziening staat in storing, we hebben geen stroom meer! We kunnen het toilet niet meer doorspelen en de kraan, de kachel en het alarm doen het ook niet. Van slapen komt natuurlijk niets meer.
We gaan uit bed en gaan rijden en zullen dan pas kunnen zien waar de oorzaak ligt. Al snel zien we dat met het systeem niets mis is, waarschijnlijk hebben we teveel energie gebruikt, dat valt dus weer mee.
We zijn nog maar net onderweg of zien al weer iets bijzonders, de 1295 meter lange Gjemnessundbrua, de langste hangbrug in Noorwegen, wat een gevaarte! Aan de andere kant van de burg stoppen we voor een ontbijtje me koffie en laden de accu’s verder bij met het aggregaat.
Na een uurtje gaan we weer verder en volgen nog steeds de E39. Het is nog heerlijk stil op straat, maar wat wil je, het is nog erg vroeg. Alle wolken zijn iniddels verdwenen, buiten is alles nog nat van de dauw en zodra de zon ergens op gaat schijnen begint het te dampen. De zon staat nog niet zo heel erg hoog en dat geeft de omgeving een heel bijzonder sfeertje.
Voor Molde verlaten we de E39 en slaan links af, vanaf hier gaan we verder over de 64 richting Åndalsnes. In Sølsnes komen we weer bij een veerpont, deze gaat het Langfjord over naar Åfarnes, vaartijd tien minuten. Op onze eerste reis naar Noorwegen in 2007 zijn we hier ook geweest, dat was toen ons verste punt, vanaf nu zullen we dan ook weer een paar routes gaan rijden die we al eerder hebben gereden, deze routes zijn zo geweldig mooi dat we ze niet over willen slaan en er nog een keer met volle teugen van willen genieten.
Na Åndalsnes begint de meest bekende en allermooiste route van Noorwegen ‘De Gouden Route’, eerst komt de Trollstigveien (Trollenpad) en dan de Ørnesvingen (Adelaarsbocht), die gaat langs het Geirangerfjord. De Trollstigveien hebben we in 2007 ook gereden en waren toen erg onder de indruk. Het is een adembenemend mooie route, met elf haarspeldbochten, diverse watervallen, magnifieke uitzichten op de hoge bergtoppen met een dun laagje verse sneeuw en het in de diepte liggende Istradal.
De weg naar de top is, vooral het stuk van de haarspeldbochten erg smal, gelukkig zijn er voldoende uitwijkplaatsen om uit te kunnen wijken voor het tegemoetkomend verkeer. We stoppen onderweg een paar keer om alles goed in ons op te kunnen nemen.
We zien snelstromende bergriviertjes, komen koeien tegen die rustig over de weg lopen en geen centimeter willen wijken en de grootste waterval, de Stigfos, 180 meter hoog, is helaas niet in één foto te vangen.
Op de top is het net als 3 jaar geleden nog één grote bouwput, we denken zelfs nog groter dan toen. Ze zijn er een museum aan het bouwen. Op het nieuwe uitzichtpunt, dat was er in 2007 nog niet, hebben we een machtig uitzicht over de omgeving en op de haarspeldbochten, we zien dat twee bussen ruim een kwartier werk hebben elkaar te passeren. Wat is het hier afgrijselijk mooi! Ook hier zijn natuurlijk weer de onontbeerlijke souvenirshops waarin, hoe kan het anders, voornamelijk Trollen te koop zijn.
DE TROL
Oerdom, boosaardig, lelijk, stinkend, wanstaltig en geniepig zijn allemaal kwalificaties die worden gebruikt om een oer-Noors fenomeen te omschrijven.
Volgens de mythologische overlevering zouden Trollen, die soms groter zijn dan kerktorens, in de bergen leven. Overdag roofden zo mooie meisjes om die ’s nachts op hun hoofd te laten krabben. Anderen exemplaren zouden op de bodem van meren leven, of onder een brug of in een eenzame hut. Soms worden ze voorgesteld als kabouters met een staart en een lange neus, die in holen leven en graag feestvieren. Ze zouden een bovennatuurlijk kracht bezitten en als mensen niet vriendelijk tegen ze zijn kunnen ze heel wat kwaad aan richten.
We hebben alles goed opgeslagen in ons geheugen en gaan weer verder, aan de andere kant is de weg niet zo steil en gaat het wat geleidelijker naar beneden, maar dat wil niet zeggen dat het hier minder fascinerend is. Ook hier weer schitterende uitzichten op de enorme bergen, in de zon glinsterende meren en twee bijzondere watervallen. In deze omgeving worden veel aardbeien gekweekt en in stalletjes langs de weg verkocht, we komen er niet voorbij zonder een doosje te kopen, lekker voor in het toetje!
Midden tussen De Trollstigveien en de Ørnesvingen ligt Valldal aan het Norddalsfjord en daar is bij het Toeristenbureau en de jachthaven een prima plek om er voor vandaag mee te stoppen. De zon schijnt uitbundig, er is geen wolkje te zien, de stoelen gaan naar buiten en we gaan genieten, na vijf dagen regen hebben we dat wel verdiend vinden we zelf. We zitten nog maar nauwelijks of we zien in het fjord twee zwarte rugvinnen voorbij zwemmen, geweldig
ZATERDAG 24 JULI
Wat is het toch lekker wakker worden als de zon in de camper schijnt, nog steeds is er geen wolkje aan de lucht, GEWELDIG!
Vandaag gaan we de Ørnesvingen (Adelaarsbocht) rijden de weg van Linge naar Geiranger. De vorige keer dat we hier waren hebben we gekozen voor de Minicruise die over Norddalsfkord, het Sunnylvsfjord en het Geirangerfjord vaart, nu nemen we de Ferry die van Linge naar Eidsdal vaart en zijn benieuwd hoe het er over de weg uitziet. Het kan bijna niet anders of deze route moet ook weer fantastisch zijn, het heet niet voor niets de ‘Gouden Route’.
We slingeren weer aardig naar boven en ook hier na elke bocht vliegen de oh’s en ah’s weer door de camper, elke keer en ander vergezicht, op zo veel moois raak je nooit uitgekeken. Het water in de bergmeertjes is bijna rimpelloos en we kunnen bijna niet zien waar de waterlijn ligt.
De weg naar de top is minder ruig dan gisteren, stijgt veel geleidelijker en heeft mooie begroeide bergen met op de toppen de onvermijdelijke sneeuw.
Op elke parkeerplaat die er is maken we een tussenstop om te genieten en op de parkeerplaats Ørnigsvingen kijken we bijna onze ogen uit ons hoofd, dit is de overtreffendste trap van mooi, mooier, mooist, wat heb je hier een geweldig uitzicht op het ongelofelijke mooie Geirangerfjord ingeklemd tussen hoge rotswanden, met heel diep beneden het dorpje Geiranger. Het Geirangerfjord is overigens één van de weinig fjorden die voorkomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco en dat is niet voor niets zo.
Het dorpje Geiranger zou zonder het prachtige fjord, dat zo diep is dat er Cruiseschepen in kunnen varen en die komen hier dan ook regelmatig, een onbeduidend dorpje zijn. Nu is het een aardig toeristisch plaatsje, een straatje met een paar souvenirwinkeltjes en verder hotels, pensions en campings en dat is het. We zijn even door het dorpje gelopen en het was er nog redelijk rustig, zijn wel benieuwd hoe het er uit ziet als er zo’n gigantisch Cruiseschip voor anker ligt, weten nu al wel dat dat niets is voor ons.
Vanaf Geiranger rijden we richting Grotli. Een paar kilometer na Geiranger is er weer zo’n mooi aangelegd uitzichtpunt, nu zie je het fjord van de andere kant en het blijft heel bijzonder.
De weg stijgt hier weer spectaculair en via heel veel haarspeldbochten komen we uit op een hoogte boven de duizend meter. Hoe hoger we komen hoe kaler het wordt en uiteindelijk verdwijnen de bomen helemaal en maken plaats voor een grillig kaal landschap waar vaak de hele zomer nog sneeuw ligt.
Aan het eind van de Gouden Route, daar waar de 63 uitkomt op de 15 die van Lom naar Sogndal gaat, weten we een picknickplaats (Skjåk) omdat we hier de vorige keer ook hebben overnacht. Rond half twee zijn we daar en stoppen weer. Gisteravond nog twee wasjes gedraaid bij het toeristenbureau in Valldal en dat moet natuurlijk nog droog vandaag. De zon schijnt niet meer zo overvloedig als vanochtend, maar het is nog steeds lekker buiten en aan het eind van de middag is alles droog.
Alweer is er een week voorbij en kijken we nog even terug. Over het weer kunnen we heel kort zijn, het was vijf dagen heel nat, maar de laatste twee dagen waren geweldig en de kilometers: totaal 9386, deze week 929.