2010: SCANDINAVIË IN VOGELVLUCHT (week 5)

ZONDAG 20 JUNI

Middernacht, daar hebben we op gewacht, voor het eerst kunnen we niet alleen maar ervaren dat de zon niet meer ondergaat, hier kunnen we het ook zien! Helaas zijn er wat wolken, toch kunnen we zien dat de zon om twaalf uur nog een flink stuk boven de horizon staat en dat is toch heel apart. Buiten is het 17 graden, het lijkt echt nog dag. Ons bioritme is nog steeds een beetje van slag, de meeste avonden hebben we om twaalf uur nog steeds het gevoel dat het pas acht uur is en op andere avonden liggen we om tien uur compleet uitgeteld in bed.

Vandaag nemen we het er even van en blijven nog een dag in Grense Jacobselv. Simon gooit z’n hengeltje uit in de hoop een paar vissen te vangen voor het avondeten. Het lukt niet echt, regelmatig zit alles vast tussen de stenen en soms breekt de lijn en ben je alles kwijt, daar wordt t'ie niet echt blij van.
Ook het weer werkt niet echt mee vandaag, ’s morgens is het bewolkt en ’s middags regent het een poos, koud is het niet, het wordt zelfs 21 graden en de middernachtzon? die heeft zich vandaag niet laten zien.

Het is net als gisteren weer een komen en gaan van mensen die een blik komen werpen op de Barentszzee, een foto maken, even rondlopen en dan snel weer verdwijnen, of net als wij de nacht ook blijven. We zien Duitsers, Fransen, Zwitsers, Luxemburgers, Belgen, Noren, Finnen, Denen, Nederlanders en een Litouwer, een heel internationaal gezelschap dus en ook de gewapende grenspatrouille komt regelmatig een kijkje nemen.


MAANDAG 21 JUNI (Midzomernacht)

We gaan verder de provincie Finnmark verkennen, de noordelijkste provincie van Noorwegen en deze ligt even noordelijk als Siberië, Groenland en Alaska, alleen is het er om deze tijd van het jaar wat minder koud.

Onze hersens werken al weken op volle toeren en proberen al het moois wat we onderweg tegenkomen op onze harde schijf op te slaan. Het is maar goed dat we een fotocamera bij ons hebben om alles ook op vast te leggen, anders zouden we zeker meer dan de helft vergeten zijn als we terug zijn in Nederland.

Al rijdend terug over de 886 naar de E105 genieten we, net als op de heenweg, weer volop van de indrukwekkende omgeving, ’t is alleen wel jammer dat het nu regent. Nog wel even een foto gemaakt van de markeringen van het Noorse en Russische gebied, het bewijs dat we er geweest zijn.
Op de parkeerplaats van de Statoil aan de E6 hebben we een vrije Wifi en kunnen we onze volgers weer van nieuw leesvoer voorzien.

We gaan naar Kirkenes dat in de gemeente Sør-Vaganer ligt en de enige Noorse gemeente is die aan Rusland grenst. Sinds de koude oorlog voorbij is heeft de Russische vissersvloot hier een belangrijk steunpunt gevonden, zowel voor het onderhoud van de schepen als voor de verkoop van de visvangst die voor het grootste deel naar West Europa gaat. Aan de rand van de stad worden we al welkom geheten!

We rijden eerst eens even rond, rijden langs de haven waar we volop Russisch Roest zien. We parkeren de camper op de parkeerplaats bij de kerk en gaan lopend Kirkenes verkennen, pinnen onze eerste Noorse Kronen en dat is weer even wennen, er moet een andere omreken tabel aan te pas komen. We lopen ook nog even rond in een groot winkelcentrum, waar je werkelijk alles kunt kopen, je kunt het zo gek niet bedenken en dan hebben we Kirkenes wel gezien.

Na Kirkenes gaan we terug naar de E6 en die gaan we in westelijke richting volgen, passeren Neiden en Bugøyfjord en net voor Gandvik gaan we naar Bugøynes, een prachtige route langs het fjord. In een reisverslag gelezen dat daar in de haven van die hele grote Russische vissersschepen liggen die hier van een nieuwe verflaag worden voorzien en dat willen we wel eens met eigen ogen zien. We hebben pech, toevallig net vandaag niet.

Bugøynes is een klein vissersdorpje en het enige in de hele omgeving dat hier in het Noorden niet platgebombardeerd is in de Tweede Wereldoorlog en dat is te zien aan de huizen die er staan. Ergens in het dorpje vinden we weer een mooie plek, met uitzicht op de haven en dichtbij ons hangen de stokvissen te drogen, de eersten die we zien. Vandaag was het niet zo'n erg mooie dag, regelmatig vielen er buien, maar op de momenten dat we iets wilden gaan bekijken was het gelukkig droog. De thermometer bleek steken op 14 graden.

’s Avonds trekt de lucht open en gaat de zon zelfs even schijnen. We lopen een rondje door het niet onaardige authentieke dorpje en het lijkt hier de mensen aan niets te ontbreken, naast een supermarkt is er een postdepot, een bankfiliaal, een school, een kerk, een bibliotheek, een restaurant en een pension. Er is zelfs een minibus die de verbinding onderhoudt met de lijndienst tussen Tana bru en Kirkenes. Bugøynes ligt 20 kilometer verwijderd van de doorgaande weg.

In de eerste weken van onze reis kwamen we relatief weinig campers tegen, sinds we in Noorwegen zijn, zijn dat er beduidend meer. Als je alleen maar Noorwegen uitgebreid doorkruist en de Zweedse Noordkaap Route neemt als weg er naar toe of weer terug, mis je toch wel heel veel moois. We hebben mensen gesproken die dat gedaan hebben en die vonden Zweden vreselijk saai, ja als je alleen de E45 rijdt klopt dat ook wel.


DINSDAG 22 JUNI

Wakker worden met de zon is toch aangenamer dan wakker worden in de regen. Vannacht om twee uur was er helemaal geen wolkje meer te zien, als we opstaan zijn er wel wat wolkjes maar het blauw overheerst.

We gaan weer terug naar de doorgaande weg de E6 en rijden naar Tana bru, maar voor we daar zijn komen we eerst nog langs een Samen-Nederzetting (museum) waar we even gaan kijken. In Inari zijn we ook in een Samisch museum geweest en dit haalt het niet bij wat we daar gezien hebben, eigenlijk is dit een beetje een oud zooitje en we gaan dan ook snel weer verder.

In Tana bru is het weer tijd om de tank te vullen en een boodschap doen en dan nemen we weg 890, de Ishavsveien (Noordelijke IJszeeroute) naar het schiereiland Varanger en volgen voorlopig de rivier de Tana, bekend van de hoeveelheid zalm die hier voorkomt.
Het schiereiland Varanger is bijna helemaal een boomloos gebied, begroeid met (korst)mossen en Arctische planten. Al in de prehistorische tijd werd hier op rendieren gejaagd, wat blijkt uit de talrijke valkuilen die de Samen hier groeven.

Hoe noordelijker we komen hoe minder begroeiing en de bomen die er staan zijn meestal dwergberken met hele kronkelige stammen, waar je aan kunt zien dat ze het in deze streek erg moeilijk hebben. De bewoners van deze streek, het zijn er niet zo heel veel, wonen in huizen met kleine ramen, dat is natuurlijk beter warm te krijgen in de lange strenge winters. We zien ook heel vaak een caravan bij die huizen staan, zouden ze soms ’s winters vertrekken naar warmere streken??

Vanaf zo’n 20 kilometer voor de afslag naar Berlevåg is het ineens afgelopen met de bomen, wordt het steeds kaler en uiteindelijk rijden we over de hoogvlakte. In Kongsfjord komen we een landhandel tegen die werkelijk van alles onder z’n dak heeft: levensmiddelen, bakkerij, museum, postdepot en apotheek, noem maar op, je kunt het zo gek niet bedenken of het is er wel, ze zijn er van alle markten thuis.

Na Kongsfjord wordt het pas echt spectaculair, de rotsen die we eerst op afstand zagen komen steeds dichterbij, de kustweg slingert langs de Noordelijke IJszee aan de ene kant en spectaculaire puntige rotsen aan de andere kant, het ziet er uit alsof ze op een bepaalde manier geslepen zijn en voorzien zijn van hele scherpe randen, erg lastig om goed te omschrijven hoe het er uit ziet. Er zelf naar gaan kijken is de beste oplossing. Wij vonden het in ieder geval heel bijzonder.

Aangekomen in Berlevåg zien we een behoorlijke vissersplaats met een grote buitenhaven en voorzien van diverse winkels en zelfs een tankstation.
Wij gaan op zoek naar een plekje en vinden die met uitzicht op het havenhoofd, daar waar de schepen binnenkomen en er uit gaan.
Het enige nadeel van vandaag is dat we dezelfde weg weer terugmoeten, maar we weten zeker dat dat geen straf zal zijn.

We kijken uit over de haven en zien dat het eb wordt, het water zakt steeds verder en er komt een stukje rots droog te liggen. Binnen een half uur strijken er honderden, misschien wel duizend meeuwen neer. Er komen er zoveel dat we met het tellen stoppen, je begrijpt niet waar ze allemaal vandaan komen en het houdt maar niet op. Het lijkt wel afgesproken werk, als er een vissersbootje de haven binnen komt gaan ze er allemaal achteraan en we zien ze niet meer terug.

‘s Avonds om kwart over tien zien we de ‘Nordkapp’, één van de schepen van de Hurtigruten binnen varen en een half uur later, de eerste boot was net weer de haven uit, kwam de ‘Nordnorge’.
Berlevåg is één van de aanleghavens van de Hurtigruten, een meer dan honderd jaar oude Noorse veer- en transportdienst. Tegenwoordig is het een van de grootste attracties van Europa en internationaal erkend als ’s werelds mooiste zeereis. Het hele jaar door wordt er een dagelijkse route gevaren tussen Trondheim en Kirkenes.

Uiteindelijk heeft het mooie weer van de ochtend geen stand gehouden en is het rond het middaguur gaan regenen. Eenmaal aangekomen in Berlevåg is het een poosje droog en breekt de zon weer even door. Echt warm werd het niet, 14 graden, maar je zult ons niet horen klagen. In diverse verslagen gelezen dat de thermometer hier in het hoge noorden met het grootste gemak op 5 graden kan blijven steken.


WOENSDAG 23 JUNI

We komen er niet onderuit ‘De Noordpool mist’, de snijdende wind en de kou, als we wakker worden zitten we er middenin, het is 6 graden buiten en voor de 2de keer deze reis gaat de kachel een uurtje aan. Och ja, je moet alles een keer meegemaakt hebben, dit hoort er ook bij.
Na het bijwerken van de site op de parkeerplaats bij het Rådhuset, gaan we weer verder.

De weg terug lijkt langer als het zo triest is en alles ziet er toch minder spectaculair uit. Gelukkig klaart het tijdens de rit wel een ‘beetje’ op en kunnen we weer wat van de omgeving zien.
Langs de 890 staan op diverse plekken kleine huisjes, bijna allemaal voorzien van een zonnepaneel en een schotelantenne. De meeste huisjes lijken verlaten en we denken dat deze vooral gebruikt worden bij het opdrijven van de rendieren in het voor- en najaar, of zouden het misschien vakantiehuisjes zijn?

Vanaf Tana bru gaan we de 98 op naar het westen richting Ifjord. Het is een smalle en zeg maar gerust slechte weg, beslist geen weg als je haast hebt, als je te hard rijdt zit je regelmatig met je hoofd tegen het plafond en blijft er weinig op z’n plek staan in de kastjes, maar wat een schitterende route! Het eerste stuk kom je langs diverse meren en het Tanafjord, soms zit je hoog boven het water en het andere moment weer op waterniveau, prachtige vergezichten op de besneeuwde bergtoppen en wolkenpartijen waar je u tegen zegt.

Verderop kom je in de bergen terecht, ook weer zo’n schitterend stuk. Echt hoog is het niet, het hoogste punt ligt op 360 meter, toch waan je je op zeker meer dan 1500 meter. Je hebt geen moment om je te vervelen, de oh’s en ah’s vliegen door de camper, na elke bocht ziet het er weer anders uit en op diverse meertjes ligt nog ijs en dat geeft toch een heel bijzonder sfeertje.

Vanaf Ifjord nemen we de 888 richting Gamvik op het eiland Nordkin, het eerste stuk loopt vrijwel evenwijdig aan het Laksefjord. Na ongeveer 25 kilometer, bij Bekkarfjord is een picknickplaats en daar blijven we staan. Morgen gaan we wel weer verder.
Het weer is wel beter geworden, het werd in ieder geval droog en af en toe kwam de zon ook te voorschijn maar de temperatuur haalde de 10 graden net niet.


DONDERDAG 24 JUNI

We gaan verder naar het noorden naar Gamvik. Hoe noordelijker we komen hoe kaler het wordt, de weg slingert zich tussen rotsen door en over hoogvlaktes, we zien waterstromen in allerlei formaten, meren met ijs plakkaten, sneeuw, hééééél veel stenen, 4 auto’s, 3 campers en ongeveer 25 huisjes op een traject van 65 kilometer. In de hele omgeving is geen boom te vinden en de plukjes gras en de mossen op de stenen zien er allemaal even bruin uit. Onvoorstelbaar hoe men hier kan overleven.

Vijfentwintig Kilometer voor Gamvik ligt het dorp Mehamn, een leuk vissersdorp aan een natuurlijk gevormde baai in de Barentszzee en overal zien we dan ook de rekken staan waar de vis aan hangt te drogen. Net als veel van deze afgelegen dorpen hebben ze hier ook een vliegveld, de manier om contacten met de buitenwereld te onderhouden in de barre winters.
Het dorp heeft zelfs een speciaal aangelegde plek voor campers en caravans en ook nog een verzorgingsplek, wat een weelde.

Ook dit schiereiland heeft zo z’n eigen charme en ziet er weer anders uit dan de andere twee die we gezien hebben, dit is zo weids, zo groots en onvoorstelbaar eenzaam. Van de drie routes die we naar de kust (Grense Jacobselv, Berlevåg en Gamvik) gereden hebben vinden wij dit de allermooiste. Helaas is het onderweg weer gaan regenen maar we blijven hopen, misschien wel tegen beter weten in, op beter. Het kan hier ook glas helder zijn hebben we gelezen.

We zien Gamvik van boven af al liggen, een langgerekt kleurrijk dorp met op het hoogste punt de kerk. In de herfst van 1944 is het hele dorp platgebrand door het vluchtende Duitse leger, gelukkig hebben ze alles weer in ere hersteld.
Er zijn in de omgeving nog restanten te vinden van de strijd die hier in de Tweede Wereldoorlog is gevoerd, zoals bunkers, loopgraven en kanonstellingen.

Een paar kilometer voorbij Gamvik ligt de vuurtoren van Sletness en daar is het op één na hoogste punt in Europa, het ligt maar 5 minuten lager (71º05'20") dan de toeristische trekpleister de Noordkaap (71º10'10") en is een geweldig alternatief als je niet aan wilt sluiten in de toeristenfile. Hier betaal je, in tegenstelling tot de Noordkaap, helemaal niets om bij helder weer de middernacht zon te kunnen zien en de ‘kick’ van bij de bol op de Noordkaap te hebben gestaan, dat doet ons niets.

Tegen een kleine vergoeding kun je in de vuurtoren een rondleiding krijgen en na het beklimmen van de 139 treden genieten van een weids uitzicht, natuurlijk alleen bij helder weer. Even voorbij de vuurtoren is een parkeerplaats en daar heb je weer zo’n machtig uitzicht over de Barentszzee, nu nog wachter op dat heldere weer.
Gelukkig houdt de regen niet aan en aan het begin van de middag breekt de lucht en zien we zo af en toe de zon te voorschijn komen, we houden hoop!

’s Middags gaan we, lekker ingepakt het is 10 graden, even naar buiten en lopen over de rotsen naar zee, op een hogere rots zien we mensen staan kijken en naar het water wijzen en daar willen we natuurlijk meer van weten. In zee zwemmen een stuk of tien zeehonden, die aan het jagen zijn, een mooi schouwspel alleen net iets te ver weg om het duidelijk op camera vast te kunnen leggen.

De middernachtzon? ................... nog even geduld!


VRIJDAG 25 JUNI

Je zou kunnen zeggen dat we vandaag aan de terugreis beginnen, niet wat tijd betreft, wel hebben we in Gamvik het hoogste punt van onze reis bereikt. We gaan langs de Noorse kust weer naar het zuiden en zijn benieuwd wat ons daar allemaal te wachten staat. Wat zijn we toch bofkonten dat we dit allemaal kunnen meemaken.

De 135 kilometer terug naar Ifjord rijden we met heel veel plezier en genieten weer volop van de overweldigende natuur, twee keer zo’n weg rijden is echt geen straf, in één keer kun je toch niet alles in je opnemen, eigenlijk zou je deze weg wel vaker kunnen rijden en dan nog kijk je je ogen uit en zijn er waarschijnlijk altijd nog dingen die je niet eerder gezien hebt. De zon laat zich gelukkig ook weer voortdurend zien en dat maakt alles alleen maar nog mooier.

Vanaf Ifjord volgen we weer weg 98 naar het westen verder langs het Laksefjord, het schiereiland Sværholthalvøyo en het Porsangerfjord, weer een mooie route waar je niet op uitgekeken raakt, maar wel heel anders. Alles wordt weer groener, we zien weer moerassen, de bomen zijn weer hoger en er is een ietsepietsje meer verkeer op straat maar zeker de moeite waard om deze i.p.v. de E6 naar Tana bru te nemen.

We komen ook weer een paar mooie plekken tegen onderweg die een stop en het bekijken waard zijn. Net voor het Laksefjord kijken we bij de Adamsfjordfossen, een 40 meter hoge waterval dendert daar met een noodvaart naar beneden en even verderop komen we bij de Silfar Canyon en natuurlijk stoppen we daar ook weer. Na een kwartiertjes wandelen en hier en daar wat klauteren kom je bij de Canyon, een behoorlijke smalle kloof met glas helder water dat met een flink tempo er door heen stroomt.

Aan het Porsangenfjord zien we een prachtige plek met een geweldig mooi uitzicht, de stoelen kunnen weer naar buiten, het is 16 graden, heerlijk! Een heerlijke zonnige dag na een paar toch wat minder mooie en koude dagen.

Ook vandaag onderweg weer heel veel rendieren gezien en de ELANDEN? ........... die zien we vooralsnog alleen op de borden langs de kant van de weg.

Onze Duitse buren, Wolfgang en Ingrid, nodigen ons uit om
's avonds bij hun kampvuur te komen zitten. Op deze plek is nergens brandhout te vinden, maar zij hebben een voorraadje uit Zweden meegenomen. Ook de Noorse buren komen regelmatig even langs een praatje maken. Het is erg gezellig geworden en we zitten zelfs tot één uur buiten. Om twaalf uur zien we, tussen de wolken door, de stralen van de middernacht zon.


ZATERDAG 26 JUNI

Na het ontbijt, de eerste keer deze reis buiten in de zon, gaan we weer verder. Nog een klein stukje 98 naar Lakselv. Bij het Esso tankstation hebben we een vrije Wifi en kunnen we de site weer bijwerken.

Bij Lakselv komen we op de E6, ‘DE NOORDKAAP ROUTE’ via Finland, het is nog niet het drukste stuk, maar toch! Het liefst zouden we dit soort wegen willen mijden, maar het kan even niet anders, we kunnen hier niet zo maar een binnenweg nemen zoals we dat in Nederland gewend zijn. Tot onze verbazing is er kilometers lang geen wegdek op deze ‘doorgaande route’, het is een harde, onverharde weg met heel veel losse stenen er op. Dit zou in Nederland niet kunnen.

Onze plannen vandaag naar Alta te rijden, laten we even voor wat het is, het is prachtig weer, zetten de camper op een mooi plekje en gaan een poos genieten van de zon. Iets verderop, weer zo’n mooie plek en hier zijn mogelijkheden om een hengeltje uit te gooien en wie weet, een visje te verschalken, jammer !!!!!!!, weer geen vis te bekennen, het ligt echt niet aan Simon hoor!

Nog hoger komen we bij Olderfjord en hier komen de twee ‘NOORDKAAP ROUTES’ bij elkaar en daar is het dan ook drukker. De meeste mensen rijden de route langs de Noorse kant naar de Noordkaap. Wij laten de toeristische trekpleister voor wat het is. De Noren die we gisteravond spraken gaven ons groot gelijk. Je bent gek als je zo veel geld uitgeeft om op een kale rots te kunnen staan en de kans dat je daar de middernacht zon te zien krijgt is maar 30%. Op heel veel andere plekken is dit fenomeen ook te zien.

Onderweg besluiten we ook nog naar Hammerfest te gaan. Het is de meest Noordelijke stad (met stadsrechten verworven in 1789) op onze aardbol, die mag je natuurlijk niet missen! Bij Skaidi gaan we rechtdoor de 94 op en bij Kvalsund, bij de grote hangburg (743 m) die het vaste land met het eiland Kvaløya verbind, vinden we een prachtige plek om te blijven. Er staan een paar picknickbanken en er is een steiger van waaraf je prachtig een hengeltje uit kunt gooien, zou Simon vanavond meer succes hebben? Durf het bijna niet te zeggen!

Week vijf is voorbij, weer een enerverende week waarin het weer deze keer eens niet helemaal mee zat. Achteraf valt het altijd wel mee, maar als je midden in de regen zit ben je het snel zat. Van de zeven dagen hebben we toch nog twee droge dagen gehad en vijf dagen met dagdelen regen, gelukkig geen enkele dag waarin het de hele dag alleen maar geregend heeft. Op de droge momenten hebben we toch ook vrij regelmatig de zon gezien en de dagtemperaturen lagen tussen de 10 en 21 graden, 's nachts was het wel kouder. We hebben mensen gesproken die door Noorwegen naar boven zijn gereisd, zij waren drie weken onderweg en hadden het alleen maar koud gehad, veel regen en zelfs sneeuw gezien! Gisteren was hun eerste zonnige dag en dat is toch wel sneu.
Nog even voor de statistieken de afgelegde kilometers, totaal 5898 en deze week 1087 kilometer.

Lees verder week 6