2010: SCANDINAVIË IN VOGELVLUCHT (week 6)

ZONDAG 27 JUNI

Gisteravond kwam, na een prachtige dag, de regen met bakken tegelijk uit de lucht, de bergen aan de overkant die ’s middags nog volop in de zon lagen, waren niet meer te zien. De hele nacht heeft het geregend en de harde wind veroorzaakt schuimkoppen op het water. Als we opstaan is het niet veel anders, of liever gezegd nog steeds hetzelfde. Het is buiten zes graden, binnen brand de kachel en is het lekker warm. Om half elf starten we de motor en rijden over de prachtige Akkarfjordveien naar Hammerfest.

Hammerfest is de thuishaven van bedrijven die op de Noordpool werken. Door de warme golfstroom vriest hier ’s winters de haven niet dicht en is dus uitermate geschikt om van hieruit de bedrijven op de Noordpool te bevoorraden.
Op het eiland Sørøya, ten westen van Hammerfest hadden Nederlandse Walvisjagers een belangrijk laadstation tijdens hun jacht op de inmiddels uitgestorven Groenlandse walvis. Ons nooit gerealiseerd dat Nederlanders hier een aandeel in hebben gehad. Foei!!

We moeten dezelfde weg terug als we gekomen zijn en bij Skaidi gaan we weer de E6 op.
Van Skaída tot Alta (bijna 80 kilometer) is het heuvellandschap grimmig en is de bebossing schaars. Sommige plekken zijn pure toendra waar de rendieren in de zomermaanden genoeg vers mos vinden. Samen zijn vrijwel de enige bewoners die je langs de weg tegen kunt komen. Zij laten vaak de kudde voor wat het is om in tenten souvenirs te koop aan te bieden.

De E6 is veel stiller dan we hadden verwacht, misschien is het slechte weer de oorzaak, of de zondag of gewoon toeval? we zullen het niet weten. Wel is duidelijk dat het er vandaag zeer rustig is, af en toe komen we wat auto’s, 2 motoren, 3 bussen en een paar campers tegen en zelfs een eenzame fietser die, dat denken wij tenminste, op weg is naar de Noordkaap.
Ook de Samen laten het afweten vandaag, nergens is enige activiteit te bespeuren, ze zitten waarschijnlijk lekker binnen bij de kachel.

Net voor Alta slaan we rechtsaf en volgen het bordje ‘Lathari strand’, aan het eind van de weg vinden we een prachtige plek om te overnachten. Voorlopig zijn we nog alleen en zijn benieuwd hoeveel er nog bij zullen komen (3).
Jammer genoeg kunnen we niet buiten zitten, het kan wel, maar dan worden we wel heel snel nat en daar hebben we geen zin in. Kortom het regent nog steeds pijpenstelen.


MAANDAG 28 JUNI

Om half zeven ’s ochtends is het eindelijk opgehouden te regenen. Er zijn nog wel veel grijze laaghangende wolken maar die trekken in de loop van de dag gedeeltelijk weg, er komen witte voor in de plaats en ook worden blauwe plekken zichtbaar en in vergelijking met gisteren is het een heerlijk dag.

We gaan vandaag eerst op zoek naar de grootste Canyon van Scandinavië, de Sautso Canyon waar de rivier de Altaelva zich door een smalle kloof perst.
We zitten helemaal op de verkeerde weg en gaan terug. In Alta zien we op een plattegrond van de omgeving dat het nogal ver afligt van onze gekozen route en we besluiten dit keer van ons plan af te wijken en de Canyon te vergeten.

Wat we wel tegenkomen is Boaza Sami Süda, een (toeristisch) traditioneel Sami dorp. De deur staat uitnodigend open, op een bordje staat dat ze pas vanaf drie geopend zijn, en we lopen toch maar naar binnen. De aardige eigenaar doet toch even de deur van het museum open en we mogen even binnenkijken. Naast het museum is een restaurant en daar kun je ’s avonds een traditionele Samische maaltijd van rendiervlees eten.

Vanaf Alta is het weer aangenamer op de E6 te rijden, de vlaktes zijn verdwenen en het blijft altijd leuk om dan weer hoog en dan weer laag langs de fjorden te rijden. Het is vandaag toch drukker dan gisteren, we zien meer bussen (Noorse, Duitse, Oostenrijkse, Deense en Nederlandse) die naar de Noordkaap gaan, dat kunnen we zien aan de bordjes achter de voorruiten. We zien ze ook staan bij de toeristische plekken, die slaan ze natuurlijk niet over.

In Hjemmeluft bij Alta zijn duizenden rotstekeningen aangetroffen met een ouderdom van tenminste 2600-6500 jaar, die zijn opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Op de plek waar deze tekeningen gevonden zijn is nu het Alta museum en natuurlijk slaan we dit, evenals heel veel anderen, niet over.

Het museum zelf herbergt de geschiedenis van Finnmark, het stenentijdperk, de rotstekeningen, de rotskunst, de zilverschatten, leisteenexploitatie en niet te vergeten het Noorderlicht.
Ook de Noor Bjørn Wirkola, de grootste schansspringer aller tijden wordt niet vergeten, er is een hele vitrine aan hem gewijd, inclusief de medailles en bekers die door hemzelf aan het museum zijn geschonken.

Buiten vind je, langs een voetpadsysteem van bijna drie kilometer, geconcentreerd op twee plekken rechts en links van de baai, veertien verschillende plekken met rotstekeningen.
De meeste figuren zijn beschilderd in een roodbruine kleur, omdat ze anders moeilijk te zien zijn. De tekeningen tonen een deel van de geloofsvoorstellingen en rituelen van de bevolking en dienden waarschijnlijk als schakel in de communicatie met de geestenwereld.

Ten westen van Alta ligt aan een beschutte inham het kerkdorp Kåfjord, een voormalig centrum voor de koperwinning en daar koos in 1944 het Duitse slagschip ‘Tirpitz’ een schuilplaats, nadat het was ontdekt volgde een heftig bombardement waarvan bijna heel Alta slachtoffer werd, alleen de Tirpits niet, die kapseisde uiteindelijk bij Trøomso na een aanval van de geallieerden. Een museum herinnert nog wel aan deze gebeurtenis.

In Talvik bij het tankstation is een verzorgingsplaats voor campers en daar maken we even gebruik van. Op de kade hebben we weer een vrije Wifi en omdat het Nederlands elftal om vier uur een wedstrijd moet spelen in de achtstefinales van het Wereldkampioenschap gaan we eens even kijken of we de wedstrijd via internet kunnen bekijken. De wedstrijd hebben we helaas niet kunnen zien, maar de uitslag hadden we snel binnen. Op naar de kwartfinales!


DINSDAG 29 JUNI

Gisteravond in Talvik gebleven in het gezelschap van een Zweed, een Tsjech en een Portugees.

We gaan weer verder en volgen de mooie route over de E6 richting Narvik langs het Altafjord en het Langfjord, maar voor we in Narvik zijn hebben we vast al heel veel uitstapjes naar links en naar rechts gemaakt. Ook op deze route weer veel rendieren die overal opduiken, het blijft opletten geblazen.
Natuurlijk zien we ook hier de niet te missen Samische (toeristen) stalletjes. Zagen we het gisteren in mooie Tipi’s, hier zijn het een paar ongezellige hokjes vol met geweien, rendiervachten en andere souveniers.

In één van de verslagen op Internet gelezen dat er ten noorden van Alteidet een afslag is naar de Øksfjordjøkelen en dat lijkt ons wel wat, nieuwsgierig als we zijn willen we hier meer van weten.

We maken even een uitstapje en verlaten de doorgaande weg, volgen de smalle weg naar boven en nemen daar de afslag Jøkelfjord Edelfisk en dan zien we direct de machtige gletsjer Jøkelfjordbreen. Geweldig, wat is de natuur toch prachtig.
Het is ‘maar’ acht kilometer lopen naar de gletsjer waar je tussen de 2 en 4 uur over doet zoals aangegeven op een bordje, maar dan moet je ook nog weer terug!!
Wij blijven een poosje op de parkeerplaats staan, genietend van al het mooie om ons heen.

Op de terugweg naar de E6 zien we twee Tipi’s bij elkaar staan, uit één ervan komt rook, er is iemand aanwezig.
Even verderop midden in een meertje zit een meeuw op een rots te broeden, wat is de natuur toch wonderlijk. Als we uitstappen vliegt de meeuw van het nest en zo gauw we weer in de camper zitten komt t’ie weer terug. Ook deze hele kleine dingen maken de natuur fabelachtig.

Terug op de E6 zien we al snel de brug over het Kvænangenfjord. Bij de getijdenwisseling stroomt het water hier met grote snelheid door de nauwe doorgang en dat staat garant voor een goede visvangst. Nederland is de grootste afnemer van de wijting en kabeljauw die hier gevangen wordt.

Regelmatig stoppen we even, wat is het hier weer schitterend. De zon is inmiddels te voorschijn gekomen en dat voelt heerlijk. We schreven al eerder dat bijna alles wat we onderweg tegenkomen zo mooi is, dit is niet te vergelijken met wat we eerder hebben gezien, alles is op z’n eigen wijze weer bijzonder.
Na elke bocht is er weer een ander geweldig mooi uitzicht, de route over de E6 is werkelijk geweldig! en dat hadden we eigenlijk niet verwacht van een doorgaande route.

Op het hoogste punt van bijna 400 meter heb je het gevoel bijna op de top van de wereld te rijden. Overal om ons heen bergen bedekt met sneeuw en aan onze voeten de fjorden waar we ver beneden ons een vissersboot zien varen. Ook komen we op deze hoogte langs een kleine Samen nederzetting, vijf hutjes bedekt met zoden.

Even voorbij het vliegveld van Sørkjosen, achter de passantenhaven, zien we een prima plek voor de dagelijkse stop. Er staat al een Duitse camper en de eigenaar haalt de ene na de andere vis uit het water. Simon gaat het ook weer proberen en na vijf minuten zit de eerste vis al aan de haak, er staat voor de eerste keer vis op het menu.


WOENSDAG 30 JUNI

De dag is één seconde oud en er kunnen weer foto’s gemaakt worden van de middernachtzon. Tegenover ons, aan de andere kant van het fjord, is een bergrug en zelfs daar zakt de zon niet achter, je gelooft het bijna niet als je het niet zelf gezien hebt. Na de fotosessie is het tijd om naar bed te gaan. Alle gordijnen gaan dicht en dan nog is het niet donker binnen, dat kan ook niet anders als het buiten gewoon dag is. Als we wakker worden is de zon er nog steeds en ziet het er nog net zo uit als voor we gingen slapen.

We volgen de E6 tot Olderdalen, nemen daar de eerste fjordenoversteek van onze reis en in 40 minuten zijn we aan de overkant in Lynseitdet. We zijn heel benieuwd hoeveel oversteken er nog zullen volgen.
Tot 1975 volgde de E6 de westelijke route langs het Lyngenfjord en moest men hier overvaren naar de andere kant en dat leidde uiteraard tot lange wachttijden. Door een weg aan te leggen langs de oostkant van het fjord is dit probleem opgelost.

In Lyngenfjord gaan we eerst aan de koffie en kijken er even rond. ’s Zomers wordt deze plaats nog altijd als pleisterplaats gebruikt voor de rendier houdende Samen.
Wij vervolgen onze reis en gaan over de 91 richting Tromsø, voor we daar zijn krijgen we eerst nog onze tweede fjordenoversteek naar Breivikeidet. Duurde de eerste 40 minuten de tweede is een stuk korter en we zijn in 20 minuten aan de andere kant van het Uilsfjord.

Bij Fagernes komen we op de E8 en bij Tromsdalen wordt de aandacht getrokken door de fraaiste kerk boven de poolcirkel; de Tromsdal Kirke of Ishavskatedraen. Deze IJszeekathedraal ziet er in eerste instantie uit als een slecht opgezette tent, maar het stelt symbolisch ‘de ontmoeting tussen de duisternis en noorderlicht’ voor. Een moderne kerk met een prachtig glasmozaïek (140 m2) dat de wederkomst van Christus voorstelt. Vanaf het plateau voor de kerk zien we beneden een aantal campers staan, wij sluiten aan.

Het lijkt eentonig maar dat is het beslist niet, ook vandaag was het weer geweldig en hebben we erg genoten van de vele mooie uitzichten en het mooie weer. Inmiddels zijn bijna alle superlatieven opgebruikt en het is lastig elke dag weer nieuwe omschrijvingen te maken voor al het mooie dat we om ons heen zien. Voor ons is elke dag in ieder geval weer anders, het is en blijft hier heel bijzonder. Nog één vermeldenswaardig feit en dan sluiten we de dag af: Binnen 24 uur hebben we twee keer de middernachtzon gezien!


DONDERDAG 1 JULI

Het begin van een nieuwe maand, we zijn heel benieuwd wat deze maand voor ons in petto heeft, we gaan er weer helemaal voor!
De overnachtingsplek waar we de afgelopen nacht hebben gestaan ligt aan de E8 en in tegenstelling tot wat we de afgelopen weken gewend zijn horen we hier de hele nacht auto’s voorbij razen. Buiten is het 24 uur dag en het lijkt wel of het leven zich daar helemaal aan aanpast.
Als we wakker worden is de zon, die tot diep in de nacht volop scheen, helaas verdwenen en heeft zich verstopt onder een wolkendeken. Wat ons betreft mag die deken wel verdwijnen.

Aan de overkant van het Tromsøyfjord ligt Tromsø, gebouwd op een eiland, middenin het fjord en door een opvallende hoge brug, waar een zeeschip onderdoor kan varen, met het vaste land verbonden. Om te voorkomen dat het doorgaand verkeer naar de achter Tromsø gelegen eilanden Ringvassøy en Kvaløy niet vastloopt in de stad, is er een kilometers lang tunnelstelsel onder de stad aangelegd.

Hoewel al omstreeks 1250 op Tromsøya een kerkdorp ontstond, is de bloei als handelscentrum pas opgang gekomen nadat in 1794 de stadsrechten zijn verkregen en sindsdien heeft de stad een grote rol gespeeld in de handel tussen noord en zuid en in de exploratie van het poolgebied.
Ook nu nog is Tromsø een belangrijke schakel tussen Noorwegen en zijn Arctische gebieden en daarnaast is het ook de enige universiteitsstad boven de poolcirkel met het daarbij behorende (nachtelijke) uitgaansleven.

Wij rijden met de camper over de brug naar de overkant, gisteren hebben we dat al lopend gedaan en gaan eerst op zoek naar het gasvulstation. Na het vullen van de gasfles gaan we letterlijk dwars door het eiland en komen er aan de andere kant weer. Met verbazing bekijken we dit tunnelstelsel, het lijkt wel een grote mollengang waarin zelf rotondes zijn aangelegd.

In ons gastenboek van Joop (een Nederlandse camperraar die in Tromsø woont) de hint gekregen zijn favoriete plekje in Sommarøy niet over te slaan en dat kunnen we natuurlijk niet negeren, we zijn benieuwd of het echt zo mooi is als hij zegt.
We rijden over een mooi, rustig, groen en bomenrijk eiland naar het westen, passeren af en toe een waterval en een meertje en rijden een heel eind langs het Kattfjord. Hoe dichter we bij de kust komen hoe lager de bewolking wordt. Jammer het hele mooie ontgaat je dan een beetje.

Net voor Sommarøy gaat er weer een hoge brug over het fjord, deze is wel erg smal (één auto breed) en het verkeer wordt geregeld met verkeerslichten. Overal zien we eilandjes en mooie schone strandjes, er is zelfs een verzorgingsplek voor campers.
Joop, je hebt helemaal gelijk, het is een prachtige plek en kunnen ons voorstellen dat het hier genieten is als de zon schijnt, vandaag is dat jammer genoeg niet zo en is het geen strandweer, we gaan weer terug naar Tromsø en rijden nu langs de andere kant van het eiland.

Op Tromsøya nemen we de Ringweg, we willen ook nog wel iets anders van het eiland zien dan die onderaardse mollengangen. In de stad zelf parkeren we de camper ergens, lopen door de gezellige winkelstraat, bekijken de mooie panden en wandelen langs de haven.
Om vijf uur zijn we terug op de plek in Tromsdalen waar we 's ochtends om half tien zijn vertrokken, weer een ervaring rijker.
Jammer Joop dat je niet thuis bent, we zouden zeker een kop koffie bij je hebben gehaald.


VRIJDAG 2 JULI

We gaan weer, volgen de E8 langs het Balsfjord naar Nordjosbotn, dan een klein stukje de E6 naar het noorden om vervolgens over de 87 door het Dividal, langs de bergstromen Tamkelva en Målselv naar Elverom te rijden.

We rijden nu eens niet langs een fjord maar door bossen, tussen bergen en langs rivieren en dat is toch ook weer heel mooi. De waterstromen komen werkelijk overal de bergen uit, er ligt nog steeds behoorlijk sneeuw en nu de temperatuur oploopt stort zich dat met een sneltrein vaart naar beneden.
In de rivieren is het water soms heel rustig, andere momenten kun je de snelheid van het water bijna niet afkijken en als je even ergens uitstapt om de grootsheid van de natuur te ervaren, is het enige wat je hoort en ziet kletterend water.

Noren komen we op dit traject bijna niet tegen, laat staan toeristen, die gaan denken we liever in het toerisme mee over de E6, ze missen wel een hele boel. Maar ja, als je niet zoveel tijd hebt als wij is het misschien ook wel beter dit soort uitstapjes te mijden. De wegen zijn niet echt geplaveid, dus het kost wel wat extra tijd.

Bijna aan het eind van weg 87 is, bereikbaar via een zijweg, de prachtige waterval ‘Målselvfossen’, binnen een afstand van 600 meter zijn er drie watervallen die elk een hoogteverschil van 20 meter overbruggen. Miljoenen zalmen beklimmen deze waterval op via een in de rotsen uitgehouwen lange zalmladder. Na het nemen van deze barrière rusten ze een tijdje uit en de boeren die het visrecht bezitten, doen hierdoor goede zaken, ze vangen aan de lopende band zalmen van 15 tot 20 kilo.

Op een bord lezen we dat hier de langste zalmladder (425 m) van Europa is en gebouwd is in 1910, dat willen we zien! Eerst lopen we een paar honderd meter langs de waterval en de zalmtrap en komen uit bij een loket, hier moeten we 40 kronen p.p. betalen om verder te mogen, natuurlijk doen we dat.
Nog geen dertig meter verder is er een trap naar beneden en daar kunnen we door een raam in de zalmladder kijken. Het enige wat we hier zien is troebel water en vier grote luie zalmen! Wij vinden dit echt geen 80 kronen waard.

Op de parkeerplaats bij de waterval komt een vrije Wifi binnen en natuurlijk wordt de site weer bijgewerkt en contact gezocht met de thuisblijvers. De zon is na een bewolkte ochtend, weer gaan schijnen, het is zelf 15 graden buiten, we gaan ervan van genieten. Om vier uur krijgen we een sms’je van Eelke (oud collega van Simon) en Mieke die ook in Noorwegen zijn dat ze bij ons in de buurt komen. We spreken af dat we elkaar treffen op de picknickplaats aan de E6 ter hoogte van Rønningen. Heel apart elkaar hier te treffen.

We rijden een klein stukje verder en zetten de wagens op de parkeerplaats bij de Barduhallen. Het is lekker weer, de stoelen gaan naar buiten en sinds weken hebben we weer een ‘Eind van de middagborrel’ in gezelschap van Nederlanders. We eten samen een hapje en bij het toetje komt er een ambulance het terrein oprijden met de mededeling dat er over twee minuten een trauma helikopter gaat landen. Met een sneltrein vaart gaat alles naar binnen of achter de camper en net op tijd zijn de spullen ‘gered’ en komt de helikopter naar beneden.

Je weet niet wat je overkomt, je wordt bijna weg geblazen en het stuift ook niet zo'n beetje. De toetjes die nog op tafel staan, achter de camper, zijn niet meer te eten, die zitten vol zand. De ambulance rijdt weg en na anderhalf uur komt t’ie met nog een tweede ambulance weer terug. De patiënt wordt overgeheveld in de helikopter en na een kwartier is de parkeerplaats weer leeg. Wel bijzonder om mee te maken, alleen de aanleiding is natuurlijk minder.


ZATERDAG 3 JULI

We nemen weer afscheid van Eelke en Mieke en gaan ieder weer onze eigen weg verder naar het zuiden. Voorlopig blijven we nog even de E6 volgen en bij Storfossen verlaten we de E6 en gaan verder over de 825 richting Vesterålen en Lofoten.

Onderweg komen we op diverse plekken herinneringsmonumenten uit de Tweede Wereldoorlog tegen. Tussen 9 april en 8 juni 1940 is in de omgeving van Narvik een hevige strijd gevoerd tussen Noorse, Finse, Franse en Poolse troepen tegen het Duitse leger. Begin juni was de tegenstand van de Noren gebroken en konden de Duitse troepen doorstoten naar het noorden.
In Garangerbotn is een collectie oude vissersboten en gereedschap ondergebracht in een museum, we zijn weer eens te vroeg. We krijgen ook niet de indruk dat het heel bijzonder is.

We stoppen in Grov bij de Ica, hebben broodnodig brood nodig. Om de hoek staat het vol met auto’s en campers, wij, nieuwsgierig als we zijn, willen weten wat er aan de hand is.
We stuiten op een kunstmarkt, er staat een grote tent waarin iemand een toespraak houdt waar we werkelijk helemaal niets, maar dan ook helemaal niets van verstaan. Het lijkt wel of de hele streek is uitgelopen, het is er hartstikke druk. Een aantal stalletjes met huisnijverheid maken de markt het kompleet.

Bij Steinsland komen we op de E10, gaan daar over de grote hangbrug over het Tieldsundetfjord, nu eens niet een hoge boog brug, en rijden de Vestrålen op. We gaan dit gedeelte eerst doorkruisen en later zakken we af naar de Lofoten.
Je merkt gelijk dat het hier een stuk toeristischer is, we komen diverse campers en caravans tegen en zoveel zijn we de afgelopen weken niet gewend.

We rijden door naar Lødingen en zetten de camper op de camperplaats op het schiereiland bij de haven. Een mooie plek met uitzicht op de passantenhaven, waar roeibootjes met vissers af en aan varen en voor het eerst sinds drie weken moeten we weer iets betalen om te mogen overnachten.

Tijdens het avondeten komen er stel mensen voorbij met een vis van minstens 80 centimeter lang en gaan naar de tafel achter onze camper waar de vis schoon gemaakt en gefileerd kan worden. We gaan even kijken hoe dat in z’n werk gaat. De grote vis (een koolvis) is al weggegeven, maar de Belgische visser heeft nog paar kleinere exemplaren over (een koolvis, een kabeljauw en een schelvis) en vraagt of wij die willen hebben en natuurlijk zeggen we daar geen nee tegen, ze worden zelfs voor ons gefileerd en gaan het vriesvak in.

De statistieken van deze week:
Tot nu toe hebben we totaal 6917 kilometer gereden waarvan de afgelopen week 1019 kilometer.
Het weer: één hele dag regen, ongeveer twee dagen onder een wolkendeken en de rest overwegend zonnig met temperaturen tussen de 10 en 15 graden. We weten best dat het geen Zuid Europese temperaturen zijn maar voor Noord Noorse begrippen is het prima weer, we hebben dan ook niets te klagen. We hebben zelfs twee keer de middernachtzon gezien deze week.

En de elanden? die hebben we ook deze week weer alleen op de bordjes gezien, we geloven er niet meer in dat we ze nog in het echt tegen zullen komen, mochten we ze onverhoopt toch nog zien dan zullen we dat zeker melden.

Lees verder week 7