VRIJDAG 16 MAART
We gaan een stukje noordelijker en rijden langs de kust (N261) naar Comporta en dan de N253 naar Alcácer do Sol. Aan de oevers van de Rio Sado liggen de “Salinas” (zoutpannen) waaraan deze stad z’n naam dankt. Mensen die hier voor de jaartelling bivakkeerden, kenden reeds de methode van zoutwinning door verdamping, maar de Romeinen perfectioneerden het gebruik.
De witte zoutheuveltjes steken vanaf eind april, als men het water op de afgebakende meertjes geleidelijk laat weglopen, glinsterend af tegen de horizon, we zijn ruim een maand te vroeg! Dit keer een item zonder een passende foto erbij.
Op de route die we vandaag rijden zien we heel veel Pijnbomen en dat doet ons een beetje aan Griekenland denken, langs de westkust van de Pelopnnessos zagen we er ook veel staan. We gaan naar de Municipal camping van Alcácer do Sal, we staan er nog maar net en Nico en Nel komen ook aanrijden. Zij stonden bij het Barragem de Monte da Roche bij “Kippen Marie”. Wij kennen haar nog niet, hebben er al veel over gehoord en willen op onze volgende reis naar dit Barragem om kip Piri-Piri bij haar te eten, moet een bijzondere belevenis zijn!
Franka, een hele handige sokkenbreister, heeft Nico een week geleden beloofd voor hem een paar sokken te breien en die gaat ze hem vandaag feestelijk overhandigen, natuurlijk is de pers erbij aanwezig, een vermelding van dit heugelijke feit op deze weblog en ook de paparazzi staat met de camera in de aanslag klaar om er een foto van te maken.
Was er gisteren veel bewolking en kwam er wat nattigheid naar beneden, vandaag is het lichter buiten, de wolken zijn lichter van kleur en regelmatig komt de zon te voorschijn.
ZATERDAG 17 MAART
We gaan op de fiets naar het oude stadscentrum waarin de straatjes wel heel erg steil zijn en de zgn. kinderkopjes maken het erg glad, het is zelfs eng op deze straatjes naar beneden af te dalen, goed de remmen dichtknijpen!
Eenmaal aan de rivier gekomen gaat het een stuk gemakkelijker In de stad zijn diverse oude gebouwen die een bezoek waard zijn, wij gaan o.a. kijken bij de Praça de Toires, waar ze in de ruimtes onder de tribunes bejaardenwoningen hebben gecreëerd.
’s Middags in het weer “Pannenkoeken” tijd. Met z’n zessen gaan we aan de pannenkoeken en zelfs hier in Portugal hebben ze pannenkoekenmix, melk erbij, één minuutje krachtig schudden en het beslag is klaar. Iedereen kiest z’n eigen garnering en als toetje nemen we crêpes met ijs en ananas, verrukkelijk!
Wel jammer dat de zon het vandaag af laat weten, maar met een lange broek en een dikke trui is het buiten prima vol te houden.
We staan aan de rand van de camping en aan de andere kant van het hek is een boerderij waar kippen en zwarte hangbuikzwijntjes rondlopen. Terwijl we pannenkoeken aan het bakken zijn horen we een verschrikkelijk gekrijs, één van de zwijntjes (de grootste) wordt geslacht! Even later zien we dat het varken figuurlijk in brand wordt gestoken om de haren er af te schroeien. Een erg prettig gezicht is het niet maar toch staan we er allemaal naar te kijken!
ZONDAG 18 MAART
Het kampement op de camping wordt opgebroken, we gaan vandaag naar Évora, één van de charmantste en stijlvolste steden van Portugal als we onze reisgids moeten geloven. We rijden via Casa Branca en Alcàçovas over een licht glooiende route door zowel een bosrijk gebied met volop bloeiende brem en een wat opener landschap met o.a. landbouw, het benodigde irrigatie water wordt via een betonnen goot aangevoerd, helaas staat er op dit moment geen druppel water in en ook de riviertjes die we passeren staan bijna helemaal droog.
In Évora is het even zoeken naar de juiste plek en in de omgeving van het aquaduct zien we Nico en Nel ook rijden en we gaan achter ze aan, al snel zien we een vierde camper aansluiten, het blijken Aad en Ien te zijn, kennissen van Siem en Franka die ze vandaag hier zouden ontmoeten, bijzonder dat we op dezelfde tijdstip aankomen, wij vanuit Alcácer do Sal, zij vanuit Caceres in Spanje. De koffie komt op tafel en Franka heeft voor een lekkernij gezorgd, “Bolle de Nata”, we doen Siems verjaardag dunnetjes over.
’s Middags maken we, samen met Nico en Nel, een wandeling door de hoog op een heuvel op de Alentejo-vlakte gebouwde stad. Voordat de Romeinen zich hier in de 1ste eeuw voor Chr. vestigden was er reeds een Keltische Nederzetting. In 1986 plaatste Unesco Évora op de wereldmonumentenlijst.
Via het centrale plein, waar we bij de Info een plattegrond halen, lopen we eerst naar de Igreja de Sao Francisco, een laat gotische kerk die werd gebouwd op Visigotische fundamenten.
Een kloostergang leidt naar de Casa dos Oossos uit 1600 waar muren en kolommen volledig bedekt zijn met schedels, dijbenen, scheenbenen en andere botten van 5000 monniken. Het lijkt een knekelhuis, maar dat is het niet helemaal, de botten en beenderen zijn daadwerkelijk als bouwmateriaal gebruikt.
Boven de ingang staat: "Nós Ossos, que aqui estamos, Pelas vossos esperamos" dat zoveel betekend als: “Wij, de verzamelde beenderen, wachten op de uwe”. De mijne krijgen ze niet!
Terug naar het plein voor een drankje en dan naar de Kathedraal “Sé de Santa Maria”, de eerste steen voor deze kathedraal werd gelegd in 1186 en de eerste bouwfase werd afgesloten in 1289.
In het westportaal staan de 14de-eeuwse marmeren beelden van de twaalf apostelen van Christus. Op het 15de-eeuwse altaar in de hoofdbeuk staat het opvallende beeld van de zwangere maagd Maria.
Een klein stukje verder staat de Templo Romano, waarschijnlijk is deze tempel opgedragen aan de oud Italische godin van de vruchtbaarheid Diana. Van de oorspronkelijke 18 Corintische zuilen staan er nog 14 rechtop op de geheel complete onderbouw. In de Middeleeuwen werd dit bouwwerk gebruikt als slachthuis.
We hebben een paar uurtjes rondgeslenterd in de stad en hebben het gezien, we gaan terug naar de camper.
MAANDAG 19 MAART
Na een koude, heldere nacht worden we weer gewekt door de zon! We gaan samen met Siem en Franka weer op pad, nu gaan we op weg naar Marvão, ook Nico en Nel gaan die kant op, Aad en Ien gaan verder naar het zuiden, zij zijn op de heenreis.
Via Estremoz, waar we onze voorraad weer aanvullen, rijden we naar het noorden over de IP 2, vandaag een rit van 120 kilometer. Zagen we de afgelopen week heel veel pijnbomen nu zien we veel kurkeiken. Mooi om te zien hoe de bomen zijn “geschild”.
De stad Estremoz ligt boven op een kale berg en is omring door wijnranken, olijfbomen en kurkeiken. In de omgeving liggen rijke marmergroeven, de huizen, gebouwen en stoepen in de stad zijn van deze witte, bijna doorzichtige steensoort vervaardigd.
Vanaf Portalogre gaan we steeds hoger en de mooie route slingert zich naar een hoogte van 750 meter. Net voor het dorp is een prachtige nieuwe camperplaats aangelegd, er is plaats voor 14 campers en er is een gratis verzorgingspunt.
Op één van de toppen van het kleine bergmassief “Serra de Marvão” ligt het volledig ommuurde dorp Marvão met 300 inwoners. Een steile, maar goed geasfalteerde weg, 6 km lang, komt uit bij de dubbele toegangspoort. In het dorp is o.a. een citadel die nog ruim 100 meter boven het dorp uitkomt, een middeleeuwse burcht en de 15de-eeuwse Igreja de Santa Maria. Schilderachtig zijn de grof geplaveide, klimmende, smalle straatjes, met witte huizen met rode pannendaken en smeedijzeren versiersels, een echte aanrader!
DINSDAG 20 MAART
Het was een wel erg koude nacht het vroor bijna, het was één graad boven nul! Als we opstaan is er geen wolkje te zien en de temperatuur loopt snel op, heerlijk!
Na ruim drie weken samen reizen met Siem en Franka, nemen we vandaag afscheid, zij gaan via Spanje naar huis en wij gaan nog een stuk door Portugal toeren. Ook Nico en Nel, die we deze trip regelmatig tegenkwamen, gaan naar Spanje, beide echtparen zullen we op deze reis dus niet meer tegenkomen, jammer, het was erg gezellig! Het samen reizen met Siem en Franka is ons prima bevallen en we hebben afgesproken in 2014 samen een reis door Marokko te gaan maken.
Om half elf zijn we zover om te vertrekken, we hebben eerst iedereen uitgezwaaid en gaan nu zelf op weg, we rijden bijna van oost naar west, we gaan naar Fátima en komen o.a. langs Castelo del Vide, weer zo’n plaats die een bezoek waard is, we slaan het deze keer over, wie weet komen we hier nog eens terug. In de omgeving staan zo’n 50 “Menirs” (vrij hoge stenen meestal in de vorm van een fallus) en “Dolmen” (rechtopstaande stenen met een horizontale afdekplaat). In deze collectieve graven werden naast lichamen, gereedschap en wapens begraven.
Op de route van vandaag wisselen olijfbomen, krukeiken, eucalyptus bomen, bloeiende mimosa, pijnbomen en af en toe een palm elkaar af, we zien kale stukken met grote dikke keien, kleine riviertjes, dode bomen met soms meer dan één ooievaarsnest in één boom, bloeiende lupinen, witte en gele brem, frisse lichtgroene lenteblaadjes aan de bomen, hier en daar bloeiende kersenbomen en kleine dorpen tegen de heuvel gebouwd, een waar genoegen om door heen te rijden en dat alles onder een strak blauwe lucht, geweldig!
We lunchen op de camperplek in Abrantes, een mooie plek met gratis verzorging en uitzicht op de Rio Tejo (Taag). Vanaf Abrantes rijden we een witte weg, een mooie route en prima te rijden weg door een glooiend landschap en uitgestorven dorpen, komen langs het Barragem Do de Bode en uiteindelijk komen we via Mata, hier staan de huizen wel heel dicht bij elkaar en is de weg erg smal, uit in de Bedevaartplaats Fátima. Net voorbij Mata scoren we weer een grote zak sinaasappels.
Na de thee lopen we naar één van de beroemdste pelgrimsoorden ter wereld (vier miljoen pelgrims per jaar), dit is het tweede pelgrimsoord dat we bezoeken, Lourdes hebben we in 2005 bezocht en nu staat alleen Santiago de Compostela nog op ons verlanglijstje.
Ook hier gaat het geloof en de commercie hand in hand al is het wel een stuk soberder dan in Lourdes.
Uit ANWB Goud
Op 13 mei 1917 beleefden drie jonge schaapsherdertjes Lúcia, Francisco en Jacinta uit Fátima in een visioen de verschijning van de Heilige Maagd Maria. Dit “wonder” gebeurde bij een steeneik op een onvruchtbaar plateau zo’n vijf kilometer verwijderd van het dorp Fátima. Vijf maanden lang, elke keer op de 13de, verscheen de door de kinderen als “een wonderschoon meisje met in haar hand een rozenkrans” omschreven Heilige Maagd opnieuw. In 1919 bouwde de bevolking bij de steeneik een kapelletje.
Het centrum van het heiligdom is de neoklassieke “Basílica de N.S. do Rosário” uit 1953 met op het dak een groot, glazen kruis. Voor de Basílica is een mega groot, betonnen voorplein, groter dan het plein voor de Sint-Pieter in Rome. In de kerk liggen de drie schaapsherdertjes begraven. Dagelijks komen pelgrims naar Fátima. Hun bescheiden aantal op “normale dagen” kan op de 13de van elke maand oplopen tot vele duizenden, of zelfs een half miljoen. Sommige bedevaartgangers leggen de laatste honderden meters nederig op hun knieën af.
In 2007 is een nieuwe kerk “Santes-sima Trindade” gereedgekomen, deze eenvoudige kerk kan 9000 mensen herbergen. Op het plein voor deze kerk staan beelden van de twee pausen die hier ooit een openlucht mis hebben opgedragen, in 1967 paus Paulus VI en in 2000 Johannes Paulus II. Onder het plein en zijn diverse kapelletjes, je kunt er o.a. biechten of de sacramenten ontvangen.
WOENSDAG 21 MAART
Vandaag gaan we naar de kust kijken of we een mooi plekje aan het strand kunnen vinden maar gaan eerst naar de camperplaats van Batalha voor de verzorging. Al voor je Batalha binnen rijdt zie je het enorme grote en pompeuze klooster “Mosteiro de Santa Maria da Vitória”. Het complex, waarvan de bouw twee eeuwen in beslag nam, vereeuwigt de drie in die tijd bestaande kunststijlen: late gotiek, manuelino en renaissance. Het klooster heeft geen grote klokkentoren, maar in plaats daarvan is het hele gebouw voorzien van torentjes en pinakels.
We gaan verder richting kust en bij San Pedro de Moel zien we de zee weer, al snel zien we een mooie plek voor een koffiestop, het is er een beetje eenzaam en er staat vrij veel wind en besluiten na de koffie verder naar het noorden te gaan op zoek naar een plekje waar we willen/kunnen staan vandaag. We kijken bij Praia de Vieira en daar zien we hoe de vissersbootjes op het strand worden getrokken met tractoren. Bij het strand mag je niet meer staan met de camper, maar aan de Rio Liz is een nieuwe parkeerplaats en daar staan wel campers.
Op onze verdere route naar het noorden volgen we zoveel mogelijk de weg langs de kust, de “Estrada Atlantica”. We gaan op diverse Praia’s kijken, maar overal staan de bekende borden ”Verboden te kamperen”. Uiteindelijk belanden we in Figueira da Foz op een grote camperplek, er is daar zeker plek voor 100 campers. Figueira da Foz is één van de prominentste badplaatsen van Portugal. Behalve uit de toeristen industrie, halen de inwoners hun inkomsten uit de visvangst (sardines en kabeljauw) en uit de scheepsbouw.
Van Siem en Franka krijgen we een sms-je dat ze in de sneeuw rijden in Salamanca, gelukkig ziet het er hier beter uit, ook vandaag is er geen wolkje te zien. Na aankomst gaan de stoelen naar buiten en genieten we nog een paar uur van de zon. Aan het eind van de middag lopen we de kilometer lange pier op en nemen een kijkje bij de vissers. Er wordt niet veel gevangen maar net als we er zijn heeft één van de vissers een mooie vis aan de haak geslagen.
DONDERDAG 22 MAART
Onze tocht verder naar het noorden brengt ons vandaag naar Costa Nova Do Prado (Tip van Siem en Franka). Het eerste stuk van de route van vandaag is niet echt fraai, helemaal vlak en lange kaarsrechte wegen en het wegdek is ook niet om over naar huis te schrijven, kennelijk hebben de Portugezen al hun geld geïnvesteerd in de nieuwe tolwegen. Wel komen we door leuke kleine dorpjes met mooie pleintjes.
Het tweede stuk door het duingebied is wel weer aantrekkelijk, maar ook hier slechte wegen en het wordt steeds erger!!! De laatste 5 km van deze weg rijden we met een gemiddelde snelheid van nog geen 15 kilometer per uur en proberen zo de kuilen en gaten in het wegdek te omzeilen. Ergens halverwege moeten we ook nog om een paar vrachtwagens heen die volgeladen worden met boomstammen, al met al een heftig ritje! Net weer op een goeie weg bij Praia Mira, zien we een klein binnenmeertje, koffietijd, even relaxen!!
Vanaf Praia de Mira is het weer een prima weg, bijna overal langs dit stuk weg staan er huizen, sommige bijzonder fraai, maar ook krotwoningen, achter de huizenrij zijn de duinen, doorsneden door de Ria de Costa Nova. Rond de middag zijn we in Costa Nova Do Prado. Aan de boulevard staan de kleurrijke, houten visserswoningen, ook de nieuwbouw is in deze stijl opgebouwd, een bont geheel, maar zeer pittoresk en erg leuk hier rond te lopen.