Tijd om weer een stukje verder naar het noorden te trekken. Vandaag gaan we Safi bezoeken, dé stad van de pottenbakkers van Marokko. In de oude medina is een hele wijk met pottenbakkerswerkplaatsen "Colline des Potiers", hier worden de wereldwijd bekende tatjines, bloempotten, vazen en borden handmatig gemaakt en beschilderd. Ook maken ze hier de groene geglazuurde dakpannen die gebuikt worden voor paleizen en moskeeën.
In Safi gaan we eerst op zoek naar de Majane voor de broodnodige aanvulling van onze voorraad. De weg die aangegeven staat is opgebroken en van een aangegeven omleiding hebben ze hier nog nooit gehoord, we kunnen het even niet vinden en rijden verkeerd. We komen langs de vuilnisbelt van Safi, tussen het stinkende en rottende afval lopen mensen te zoeken naar iets bruikbaars of iets eetbaars, wij doen alles dicht en vergaan in de camper nog van de stank, wat een ellende als je in die afval hoop moet wroeten, verschrikkelijk!
We parkeren de camper dicht bij de haven en lopen de medina in, komen eerst langs de kleding en schoenen en dan bij de vele winkeltjes met het aardewerk, wat een onvoorstelbare hoeveelheid, tatjines, borden schalen, kleine potjes, kommetjes etc. Nog even om de hoek kijken waar nog meer staat en daar worden we aangesproken door een jongeman die ons de fabriek van z’n vader wil laten zien. Hij hoeft er niets voor te hebben zegt t’ie, maar dat geloven we natuurlijk niet. We spreken af dat we hem 10 dirham geven en dat vindt hij prima.
Hij loopt voor ons uit naar de werkplaatsen buiten de stadsmuur en laat ons alle facetten van het maken zien. Vanaf de brokken steen die aangevoerd worden tot aan het eindproduct. Heel mooi om te zien hoe dat allemaal in z’n werk gaat en we zijn verbaasd over de hoeveelheid werk dat er mee gemoeid is om van een brok steen een mooie schaal of pot te maken. Hij laat trots de gasovens zien, heel modern volgens hem, waarin tegenwoordig de potten worden gebakken, de oude houtovens worden jammer genoeg niet meer gebruikt, dat kost teveel hout.
Aan het eind komen we in één van vele de winkeltjes, waar het natuurlijk de bedoeling is dat we er iets kopen. Het is allemaal even mooi maar ook allemaal even duur, we zoeken drie mooie kommetjes uit met het originele berbermotief, als presentje krijgen we een leuk potje waarin een waxinelichtje past. Terug naar de camper komt de aap uit de mouw, de gids wil geen geld, hij wil schoenen of kleding en blijft maar zeuren. We geven hem het beloofde geld en een poloshirt en doen de camperdeur voor z’n neus dicht, wegwezen!
We hadden afgesproken in Safi te beslissen welke route we verder nog zouden nemen, of via de kust naar Tanger en dan langs de Portugese kust naar het noorden of via Fez en Meknes en dan rechtstreeks vanaf Algeciras naar huis. We zitten inmiddels helemaal vol met Medina’s, Soeks en andere markten en hebben voor de eerste optie gekozen. Deze beslissing houdt wel in dat we zeker nog een keer teruggaan naar Marokko, we willen Fez en Meknes ooit nog wel een keer bekijken.
We rijden dus verder naar het noorden en lunchen eerst nog even met uitzicht op de haven van Safi, daar worden we belaagd door een horde brutale kinderen die allemaal en “stylo” willen, ze worden erg lastig en we denken erover om maar weer verder te rijden. Er stopt een auto achter ons en de bestuurder spreekt de kinderen aan en stuurt ze weg, vijf minuten later komt dezelfde auto weer langs en de bestuurder steekt z’n duim op en vraagt daarmee of alles oké is en dat is het.Weer z’n mooie route langs de kust. We gaan even kijken bij Camping Plage El Beddouza, de camping is nergens te vinden, er is wel een soort bungalowparkje en geloof het of niet maar daar hebben de koeien bezit genomen van de vakantiehuisjes. De volgende camping op ons overzicht is in Oualidia, daar worden we al snel aangesproken door een parkeerwachter die ons verteld dat de camping gesloten is maar dat we voor 20 dirham langs de kade mogen staan en dat is een nog veel mooiere plek, hier hebben we een prachtig uitzicht op de lagune.
DINSDAG 19 APRIL
We blijven de kustweg volgen, de omgeving wordt steeds vlakker, tussen de weg en de zee ligt een prachtige delta met daarin een aantal zoutpannen. Het wordt voor ons steeds minder interessant, we zijn natuurlijk ook vreselijk verwend de afgelopen weken. Hoe noordelijker we komen hoe meer landbouwgronden er komen die vol staan met maïs, graan, aardappelen en groenten zoals wortelen, witte kool en bloemkool en er wordt momenteel volop geoogst.
Ook hier zien we regelmatig jongelui langs de kant van de weg hangen en zo het (goede?) voorbeeld van hun vaders volgen. Overal in Marokko kom je dat tegen, mannen die, denken we, niets anders te doen hebben dan de hele dagen zitten en met elkaar praten, het werkeloosheids percentage is dan ook heel groot in dit land. Het vervoer per ezel wordt steeds minder, er komen meer auto’s en af en toe zien we de brommer als pakezel in het straatbeeld.
We rijden dwars door El Jadida waar het heel erg druk is vanwege de markt en gaan verder op onze tocht naar het noorden. Na El Jadida heb je wat de natuur betreft niet meer zo door dat je in Marokko rijdt, het zou ook zo maar Spanje of Portugal kunnen zijn, dat geldt uiteraard alleen voor de natuur, aan de huizen, soms hele luxe villa’s, maar meestal schamele onderkomens en aan de bevolking zien we wel degelijk dat we nog in Marokko zijn.
In Dar-Bouâzza, zo’n 25 kilometer onder Casablanca stoppen we bij camping International Oasis, volgens ons is er hier al een paar jaar niets meer gedaan aan onderhoud, het onkruid staat hier en daar drie kontjes hoog, de verlichting laat het afweten, maar af en toe komt er water uit de kraan, de druk valt regelmatig weg, en zo kunnen we nog wel even doorgaan, jammer, het zou er zo mooi uit kunnen zien! Toch vinden we nog een leuk plekje lekker uit de wind, de stoelen gaan naar buiten en de rest van de dag genieten van de zon die weer volop aanwezig is.
WOENSDAG 20 APRIL
Op weg naar Tafraoute hadden we nog een stookpotje gekocht die we als BBQ wilden gaan gebruiken, ook deze staat nog ongebruikt in de camper en daar moet nodig een eind aan worden gemaakt. Op de markt houtskool gekocht en vanavond de BBQ ingewijd! Een lekker stukje kip van de Majane, een gepofte aardappel en sla maken de maaltijd helemaal kompleet, heerlijk!
DONDERDAG 21 APRIL
We nemen de (saaie) snelweg om Casablanca heen en gaan via Rabat verder naar het noorden, ook in de grote steden zien we weer veel tegenstellingen tussen arm en rijk, we zijn inmiddels wel een beetje gewend aan de slechte behuizing van heel veel Marokkanen, maar soms zien we weer iets waar we toch nog ondersteboven van raken, wat een onbeschrijfelijke armoe! Bij Kénitra wippen we nog weer even bij de Marjane binnen, een paar kleine boodschapjes en de laatste dirhams pinnen en zijn dus snel klaar deze keer.
De lucht is inmiddels weer aardig blauw en om half drie zijn we op de camping in Moulay Bousselham. Ruim zeven weken geleden waren we hier twee dagen en dat is toen goed bevallen. Deze eenvoudige camping is gelukkig niet ingedeeld in vaste vakken, je mag overal gaan staan en natuurlijk vinden we weer een prima plek, uit de wind, in de zon en een mooie boom als we in de schaduw op willen zoeken.
We besluiten verder te rijden, zitten wachten op de zon die voorlopig toch niet komt heeft niet zo veel zin. We rijden via de R406 naar Souk-el-Arba-du-Rharb, spreek dat maar eens uit op z’n Arabisch, en nemen dan de weg richting Ksars-el-Kebir, op deze weg weten we een aantal aardewerk stalletjes en we hebben nog wat ruimte! Na de regen is het in de dorpjes waar we doorheen rijden een grote modderpoel, geasfalteerde wegen in de dorpjes daar hebben ze hier nog nooit van gehoord.
Vanaf Souk enz. enz. zien we tientallen stalletjes langs de kant van de weg, wij wachten nog even, in de buurt van Ksar enz. hebben we op de heenweg een glasfles gekocht en die gaan we nu weer, nog steeds niet leeg, inleveren en tegenover het gasdepot is ook een hele grote uitstalling van aardewerk en daar gaan we nog het e.e.a. uitzoeken. Na heftig onderhandelen zijn we een paar schalen, een grote tajine met stookpot en een paar kleine tajines rijker en is onze bestelling binnen en nu maar hopen dat we alles kwijt kunnen in de camper.
VRIJDAG 22 APRIL
We besluiten verder te rijden, zitten wachten op de zon die voorlopig toch niet komt heeft niet zo veel zin. We rijden via de R406 naar Souk-el-Arba-du-Rharb, spreek dat maar eens uit op z’n Arabisch, en nemen dan de weg richting Ksars-el-Kebir, op deze weg weten we een aantal aardewerk stalletjes en we hebben nog wat ruimte! Na de regen is het in de dorpjes waar we doorheen rijden een grote modderpoel, geasfalteerde wegen in de dorpjes daar hebben ze hier nog nooit van gehoord.
Vanaf Souk enz. enz. zien we tientallen stalletjes langs de kant van de weg, wij wachten nog even, in de buurt van Ksar enz. hebben we op de heenweg een glasfles gekocht en die gaan we nu weer, nog steeds niet leeg, inleveren en tegenover het gasdepot is ook een hele grote uitstalling van aardewerk en daar gaan we nog het e.e.a. uitzoeken. Na heftig onderhandelen zijn we een paar schalen, een grote tajine met stookpot en een paar kleine tajines rijker en is onze bestelling binnen en nu maar hopen dat we alles kwijt kunnen in de camper.
De N1 die we rijden is een mooie glooiende route met veel verschillende kleuren groen, bomen, cactussen, weilanden, palmen, maisvelden, groenten enz. Tot onze schrik zien we voor ons een auto die zo maar een fles uit de auto gooit die in tientallen stukjes uit elkaar spat!! zo doen ze dat dus in Marokko! Onderweg staan stalletjes met aardbeien, even stoppen, een bakje aardbeien kost hier 45 cent, en we hebben een lekker broodje aardbei bij de lunch!
Tegen de verwachting in is de zon weer gaan schijnen, zo zie je maar dat je niet altijd op de weermannen moet vertrouwen en wordt het toch nog 22 graden. We rijden door tot Larache en gaan daar naar de camperparking, geen bijzondere plek maar een prima plek voor één nacht en kunnen nog een poosje lekker buiten zitten. Op het terrein is een restaurantje en daar geven we ’s avonds onze laatste dirhammen uit.
Tegen de verwachting in is de zon weer gaan schijnen, zo zie je maar dat je niet altijd op de weermannen moet vertrouwen en wordt het toch nog 22 graden. We rijden door tot Larache en gaan daar naar de camperparking, geen bijzondere plek maar een prima plek voor één nacht en kunnen nog een poosje lekker buiten zitten. Op het terrein is een restaurantje en daar geven we ’s avonds onze laatste dirhammen uit.
ZATERDAG 23 APRIL
Om 11.45 uur rijden we het haventerrein op, we zijn nog maar net op het terrein en de eerste controle is een feit, retourbewijs en paspoorten, dan naar Gare Maritiem voor de retour tickets, dan de gele papiertjes inleveren en een stempel in de paspoorten. Weer een loket, nu het inklaringspapier van de camper waar ook weer en stempel opkomt en dan is het wachten op de scan, het duurt bijna een uur voor we aan de beurt zijn. Achter de scan staat een auto die totaal is uitgekleed, alle banden zijn eraf en worden opengesneden gesneden, iets ontdekt??
Na twee uur en drie kwartier hebben we alle formaliteiten achter de rug en staan we klaar om de boot op te gaan, maar voor we de boot op kunnen krijgen we toch nog één keer een paspoortcontrole. Het heeft wat voeten in de aarde voordat je Afrika uit bent.
Marokko, een land dat je moet zien, ruiken, voelen en proeven, een land van grote tegenstellingen, vaak adembenemend mooi, vooral de natuur in het oosten, midden en zuiden is onbeschrijfelijk, maar soms ook lelijk, erg vies en vooral stoffig. Sommigen mensen zijn stinkend rijk maar veel vaker zagen we schrijnende armoede.
Marokko, een land dat je moet zien, ruiken, voelen en proeven, een land van grote tegenstellingen, vaak adembenemend mooi, vooral de natuur in het oosten, midden en zuiden is onbeschrijfelijk, maar soms ook lelijk, erg vies en vooral stoffig. Sommigen mensen zijn stinkend rijk maar veel vaker zagen we schrijnende armoede.
Wat we wel een beetje vervelend vonden waren de winkeleigenaren die aanhoudend probeerden je binnen te halen, de stroom verkopers van allerhande goederen die bijna niet bij de camper weg te slaan waren en de bedelende kinderen die vroegen om stylo’s, bonbon of dirhams, maar goed, dat hoort nou eenmaal bij Marokko.
MAROKKO, WE KOMEN TERUG!!!!!!
ZONDAG 24 APRIL