MAANDAG 14 MAART
’s Morgens met Rob en Adrie op de fiets naar Merzouga een boodschap doen. In het dorp blijkt dat Rob voor de tweede keer deze reis een lekke voorband heeft en hij gaat vast lopend terug. Na de inkopen fietsen we over de vlakte weer terug naar de camping. Het waait zo hard dat we moeite hebben om op de fiets te blijven zitten. De sterke wind waait heel wat zand omhoog en we hebben niet net als de bewoners van deze streek een sjaal om voor de mond te houden. Zandhappen dus!Net terug op de camping zien we dat de dromedarissen die normaal in de zandduinen bivakkeren, zich tegoed doen aan de beplanting op de camping, geweldig deze beesten van zo dichtbij te zien. De eigenaar van de camping is er uiteraard niet blij mee, ze worden dan ook weggejaagd. Een beetje onbezonnen ga ik dicht bij die beesten staan, achteraf hoor ik dat ze heel agressief kunnen zijn en behoorlijk kunnen bijten of met hun poten achteruit trappen. Gelukkig waren ze vandaag in een goede bui!
Het is raar weer vandaag, de zon verdwijnt regelmatig achter de wolken en het gaat steeds harder waaien, overal ligt en dun laagje zand op en de lucht is zelfs een beetje oranje gekleurd. De voetstappen in de duinen zijn na een paar minuten helemaal verdwenen en dan hebben we het nog niets eens over een echte zandstorm, dan kun je echt geen hand voor ogen zien en zit alles onder een dikke laag rood zand. Als zo’n zandstorm lang aanhoudt kan het zo maar gebeuren dat er zelfs in Nederland een laagje Sahara zand op de auto’s ligt.
DINSDAG 15 MAART
Als we in het dorp komen zien we net als gisteren weer een demonstratie, de demonstranten roepen allerlei leuzen en de Marokkaanse vlag wordt met trots meegedragen, we hebben geen idee waar het allemaal om gaat, we verstaan er niets van! We gaan eerst het dorpje verkennen, fietsen door de winkelstraat, een harde onverharde weg vol met bulten en kuilen. De weg wordt steeds smaller tot er uiteindelijk een pad van zo’n twee meter breed overblijft die uitkomt in de zandwoestijn.
We zijn toch wel erg nieuwsgierig waarom de mensen hier demonstreren, hebben inmiddels al wel begrepen dat ze op weg zijn naar het huis van de gouverneur. We gaan kijken waar de groep is gebleven en even verderop zien we ze weer, ze staan bij het huis van de gouverneur, de vrouwen bij het ene toegangshek en de mannen bij het andere. Het is een vreedzame betoging, er zijn verkeersregelaars bij en die zorgen er voor dat het verkeer wat er is vrije doorgang heeft.
Als we van de fiets afstappen komen er twee jonge mannen naar ons toe en we vragen waarom er gedemonstreerd wordt en of we er foto’s van mogen maken.
Ze demonstreren deze week zes dagen achter elkaar tegen de, in hun ogen, slechte gouverneur. Ze vinden hem corrupt en alleen als je familie of vriendjes met hem bent krijg je van alles voor elkaar. Ook van steekpenningen schijnt hij niet vies te zijn en als je, zoals de meeste mensen in het dorp geen geld hebt, krijg je niks voor elkaar.
De jongeren willen graag een eigen stukje grond om een huis op te bouwen, maar hebben geen geld om de gouverneur om te kopen. Ze demonstreren ook voor betere wegen en een goede medische zorg, medicijnen die uit Europa komen verdwijnen als sneeuw voor de zon. zeggen ze. Ze vragen met nadruk hun verhaal en de foto’s die we maken op internet te publiceren, iedereen mag weten hoe corrupt het hier is.
’s Middags maken we een wandeling door de woestijn. Wat een grote zandbak, geweldig! Hier en daar zien we kleine polletjes gras, er is hier ondergronds nog een rivier, en overal komen we mestkevers tegen die druk zijn met de uitwerpselen die de dromedarissen achterlaten, even verderop zien we hoe ze zich in het rulle zand proberen in te graven en dat lukt nog aardig ook. Wat is het heerlijk in deze stilte rond te lopen, wat minder leuk is zijn de hoeveelheid plastic zakken en de restanten van bierflesjes.
We lopen heuvel op en heuvel af, van het ene duin naar het andere en als we een duin aflopen gaan we lekker met de hakken in het zand en zakken er bijna tot onze knieën in. Er tegenop kost uiteraard veel meer moeite en dat proberen we zo veel mogelijk te omzeilen door om de heuvels heen te lopen. Wat een ervaring! We proberen nog wel het hoogste duin op te klimmen maar dat is vechten tegen de elementen, het is behoorlijk stijl en we hebben tegenwind, halverwege geven we het op!
We hebben de weg weer voor ons alleen, wat een uitgestrektheid, vrij vlak met op de achtergrond grillige rotsen en hier en daar staan palmbomen en wat kleine struikjes. Kilometers lang geen auto te bekennen, soms een paar hutjes of een tent en nog zeldzamer een herder met wat schapen. Een heel andere woestijn dan die we uit films kennen.
We passeren een paar hele kleine dorpjes, aan de bovengrondse elektriciteitsleidingen kunnen we zien dat ze hier in ieder geval wel stroom hebben. Over het algemeen is de weg redelijk tot goed te berijden, alleen op plekken waar het water over de weg stroomt als het geregend heeft, is het wegdek erg slecht en zijn er gaten ontstaan, er zijn stukken bij waar je ingewanden helemaal door elkaar worden geklutst, valt dat ook weer eens goed op z’n plaats.
In Alnif zien we onze reisgenoten weer en gaan weer samen verder. Alnif is een redelijk welvarend dorp dat leeft van de handel in trilobieten (beige fossielen op grijze lei) en aardappelen. De eersten worden uit de oude kloofwanden in de omgeving geschraapt, de aardappels worden verbouwd in het palmbos ten noorden van de stad. De bergen om ons heen met hun bijzondere rotsformaties verschillen nogal van kleur, antraciet, roodbruin, zandkleurig en alles wat daar tussen zit, heel afwisselend.
Het eerste deel van de route is een stuk stiller en kaler dan het tweede deel, daar zien we veel meer huizen en ook veel meer verkeer, palmbomen en zelfs hele stukken met groen gras. Overal langs de weg staan kinderen te zwaaien zo ook het kleine manneke op de foto. In Tazzarine zien we voor het eerst weer een winkel waar ze matten verkopen maar daar hebben ze niet wat we zoeken, we willen blauw met geel en 180 cm breed, helaas die hebben ze niet, we komen er vast nog wel een keer één tegen.
Aan het begin van Nekob bij de Kashba Ennakhile gaan we lunchen, een lekker 3 gangen menu, salade vooraf, een Tatjine Kip met pruimen en amandelen en een dessert, heerlijk! en dat voor maar 8 euro per persoon! Elke Tatjine is weer anders, de één iets lekkerder dan de ander, maar deze was voortreffelijk. Vanaf het terras hebben we een schitterend uitzicht over de palmeria en de daar achter liggende bergen. Goed gevuld gaan we weer op pad en zo’n 40 km na Nekop slaan we linksaf en rijden door de Vallée de Drâa richting Zagora.
Weer zo’n schitterend stuk, mooie plaatsjes met veel nieuwe en in aanbouw zijnde huizen, diverse Kashba’s, heel veel Palmeria’s, leuke stalletjes langs de weg waar ze weer van alles aan de man proberen te brengen en slingerwegen berg op en berg af. Tot Zagora volgen we de rivier de Drâa, het water kabbelt rustig en het is natuurlijk niet zo verwonderlijk dat je hier aardig wat groen ziet. Zagora is een langgerekt dorp met brede wegen en veel winkeltjes en groter dan we ons hadden voorgesteld
Aan het eind van Zagora vinden we camping Oases Palmier, hier zetten we de campers onder de palmbomen neer en worden hartelijk welkom geheten door de eigenaar Moebarak. Nick en Joke zijn hier drie jaar geleden ook geweest en ze worden zelfs herkent door de eigenaar. Er worden kleden aangesleept om voor de campers te leggen en er komen tafeltjes te voorschijn die in het midden worden gezet. Een kwartiertje later heet Moebarak ons op Marokkaanse wijze welkom en serveert een "heerlijk" kopje kruidenthee.
WOENSDAG 16 MAART
Het kille weer is gelukkig voorbij en we kunnen weer buiten ontbijten, het om half negen al lekker warm, heerlijk, dat hebben we gemist de afgelopen twee dagen. De verwachtingen voor de komende vijf dagen zijn geweldig, alleen maar zon, geen wolkje ook ’s nachts niet.
Vandaag blijven we nog genieten in Merzouga en morgen gaan we weer op zoek naar een ander mooi plekje. Aan het eind van de middag genieten we nog één keer van de prachtige woestijnduinen die in de loop van de dag van kleur veranderen.
DONDERDAG 17 MAART
We hebben de weg weer voor ons alleen, wat een uitgestrektheid, vrij vlak met op de achtergrond grillige rotsen en hier en daar staan palmbomen en wat kleine struikjes. Kilometers lang geen auto te bekennen, soms een paar hutjes of een tent en nog zeldzamer een herder met wat schapen. Een heel andere woestijn dan die we uit films kennen.
We passeren een paar hele kleine dorpjes, aan de bovengrondse elektriciteitsleidingen kunnen we zien dat ze hier in ieder geval wel stroom hebben. Over het algemeen is de weg redelijk tot goed te berijden, alleen op plekken waar het water over de weg stroomt als het geregend heeft, is het wegdek erg slecht en zijn er gaten ontstaan, er zijn stukken bij waar je ingewanden helemaal door elkaar worden geklutst, valt dat ook weer eens goed op z’n plaats.
In Alnif zien we onze reisgenoten weer en gaan weer samen verder. Alnif is een redelijk welvarend dorp dat leeft van de handel in trilobieten (beige fossielen op grijze lei) en aardappelen. De eersten worden uit de oude kloofwanden in de omgeving geschraapt, de aardappels worden verbouwd in het palmbos ten noorden van de stad. De bergen om ons heen met hun bijzondere rotsformaties verschillen nogal van kleur, antraciet, roodbruin, zandkleurig en alles wat daar tussen zit, heel afwisselend.
Het eerste deel van de route is een stuk stiller en kaler dan het tweede deel, daar zien we veel meer huizen en ook veel meer verkeer, palmbomen en zelfs hele stukken met groen gras. Overal langs de weg staan kinderen te zwaaien zo ook het kleine manneke op de foto. In Tazzarine zien we voor het eerst weer een winkel waar ze matten verkopen maar daar hebben ze niet wat we zoeken, we willen blauw met geel en 180 cm breed, helaas die hebben ze niet, we komen er vast nog wel een keer één tegen.
Aan het begin van Nekob bij de Kashba Ennakhile gaan we lunchen, een lekker 3 gangen menu, salade vooraf, een Tatjine Kip met pruimen en amandelen en een dessert, heerlijk! en dat voor maar 8 euro per persoon! Elke Tatjine is weer anders, de één iets lekkerder dan de ander, maar deze was voortreffelijk. Vanaf het terras hebben we een schitterend uitzicht over de palmeria en de daar achter liggende bergen. Goed gevuld gaan we weer op pad en zo’n 40 km na Nekop slaan we linksaf en rijden door de Vallée de Drâa richting Zagora.
Weer zo’n schitterend stuk, mooie plaatsjes met veel nieuwe en in aanbouw zijnde huizen, diverse Kashba’s, heel veel Palmeria’s, leuke stalletjes langs de weg waar ze weer van alles aan de man proberen te brengen en slingerwegen berg op en berg af. Tot Zagora volgen we de rivier de Drâa, het water kabbelt rustig en het is natuurlijk niet zo verwonderlijk dat je hier aardig wat groen ziet. Zagora is een langgerekt dorp met brede wegen en veel winkeltjes en groter dan we ons hadden voorgesteld
Aan het eind van Zagora vinden we camping Oases Palmier, hier zetten we de campers onder de palmbomen neer en worden hartelijk welkom geheten door de eigenaar Moebarak. Nick en Joke zijn hier drie jaar geleden ook geweest en ze worden zelfs herkent door de eigenaar. Er worden kleden aangesleept om voor de campers te leggen en er komen tafeltjes te voorschijn die in het midden worden gezet. Een kwartiertje later heet Moebarak ons op Marokkaanse wijze welkom en serveert een "heerlijk" kopje kruidenthee.
VRIJDAG 18 MAART
We gaan op de fiets naar het dichtstbijzijnde winkeltje voor wat drinkwater en een paar sinaasappels en de rest van de dag zitten we of in de zon of in de schaduw te lezen, het is een behoorlijke hete dag. Met dank aan onze dongel vandaag ook nog ff lekker geskyped!
De verkoper staat ons al op te wachten en brengt ons naar zijn winkeltje waar we een sjaal uitzoeken die door één van de mannen zorgvuldig om mijn hoofd gewikkeld zoals de bewoners van de woestijn dat doen en natuurlijk leggen we dat weer vast op de foto. We worden uitgenodigd voor een kopje thee en dan komen de zilveren Berber sierraden op tafel, die, zoals de heren ons vertellen, door de vader van hen wordt gemaakt.
Er is één armband bij die we wel erg mooi vinden en dan begint het onderhandelen. De vraagprijs is 600 dirham en dat vinden we natuurlijk veel te veel. We beiden 300 dirham en dat vinden zij natuurlijk weer veel te weinig. Uiteindelijk vragen ze of we ook nog iets te ruilen hebben, wijn bijvoorbeeld en dat hebben we wel. Na veel heen en weer gepraat betalen we uiteindelijk toch 300 dirham en komen de mannen naar de camping om twee flessen wijn en een mobiele telefoon op te halen. Zij blij, wij blij!
Er is een restaurantje op de camping en als je geen zin hebt om te koken is dat een geweldig alternatief. Het eten kan zelfs bij de campers geserveerd worden maar dat vinden we niet zo gezellig, we kiezen er voor in de gezellige Berbertent te eten.
ZATERDAG 19 MAART
De verkoper staat ons al op te wachten en brengt ons naar zijn winkeltje waar we een sjaal uitzoeken die door één van de mannen zorgvuldig om mijn hoofd gewikkeld zoals de bewoners van de woestijn dat doen en natuurlijk leggen we dat weer vast op de foto. We worden uitgenodigd voor een kopje thee en dan komen de zilveren Berber sierraden op tafel, die, zoals de heren ons vertellen, door de vader van hen wordt gemaakt.
Er is één armband bij die we wel erg mooi vinden en dan begint het onderhandelen. De vraagprijs is 600 dirham en dat vinden we natuurlijk veel te veel. We beiden 300 dirham en dat vinden zij natuurlijk weer veel te weinig. Uiteindelijk vragen ze of we ook nog iets te ruilen hebben, wijn bijvoorbeeld en dat hebben we wel. Na veel heen en weer gepraat betalen we uiteindelijk toch 300 dirham en komen de mannen naar de camping om twee flessen wijn en een mobiele telefoon op te halen. Zij blij, wij blij!
Er is een restaurantje op de camping en als je geen zin hebt om te koken is dat een geweldig alternatief. Het eten kan zelfs bij de campers geserveerd worden maar dat vinden we niet zo gezellig, we kiezen er voor in de gezellige Berbertent te eten.
Moebarak, de eigenaar van de camping, en zijn neef komen er nog even bij zitten en er wordt gevraagd of ze soms ook een glaasje wijn lusten, dat is niet tegen dovemansoren gezegd en de wijn gaat naar binnen alsof het appelsap is. Hoezo, Moslims drinken geen alcohol!!!
Van de markt o.a. sperzieboontjes, sinaasappels, abrikozenjam en ook lamskoteletjes meegenomen. We eten vanavond allemaal lamskoteletjes, de één doet ze op de barbecue en de ander op de grilplaat en ze smaken allemaal even lekker.
ZONDAG 20 MAART
Van de markt o.a. sperzieboontjes, sinaasappels, abrikozenjam en ook lamskoteletjes meegenomen. We eten vanavond allemaal lamskoteletjes, de één doet ze op de barbecue en de ander op de grilplaat en ze smaken allemaal even lekker.
In Zagora aan het eind van de hoofdstraat staat de beroemde wegwijzer naar Timboektoe (Mali), vanaf hier is het per kameel nog 52 dagreizen ver als de grens met Algerije open zou zijn. Hoe ver het is als je via Mauritanië gaat, dat staat er niet bij vermeld.