FRANKRIJK: “MET VRIENDEN NAAR DE DORDOGNE” (week 2)
MAANDAG 13 MEI
De eerste week zit er al weer op, we hebben in die korte tijd al weer heel wat gezien en beleefd en zijn benieuwd wat de tweede week ons zal brengen. Vandaag verplaatsen we de campers zo’n 7 kilometer en zoals gisteren al geschreven gaan we naar ‘Camping la Champagne’ in Brivezac, een camping die we iedereen van harte kunnen aanbevelen. We zoeken een mooie plek uit met uitzicht op de rivier, de stoelen gaan naar buiten, we beginnen met een trui aan en net na de middag kunnen de truien uit, de zon komt te voorschijn. Heerlijk!
Het is uiteindelijk een prachtige middag geworden en daar hebben we volop van genoten, het is de eerste dag dat we lekker in een shirtje/topje en korte broek buiten kunnen zitten en we maken er dan ook een relaxdag van, de benen gaan omhoog we komen de middag lezend en puzzelend door, behalve Wim die gaat op de racefiets de omgeving verkennen en ziet onderweg een paar mooie dorpjes die een bezoekje zeker waard zijn, de campingeigenaar had ons ook al verteld dat deze dorpjes erg mooi waren.
‘s Avonds nog een poosje gebruik gemaakt van de Jeu-de-Boulebaan, jammer dat er geen verlichting bijstaat, we hebben het tweede potje moeten uitspelen in het (bijna) donker! De jongens speelden tegen de meisjes en helaas hebben de meisjes deze keer verloren al was het tweede potje tot het eind heel spannend, het werd uiteindelijk 13-12 voor de jongens!
Het is een hele aparte ervaring dat we helemaal alleen op de camping staan, er is plek voor 25 maar en wij zijn de enige campinggasten.
DINSDAG 14 MEI
We hopen dat de weermannen vandaag in ieder geval wel gelijk krijgen want ze hebben ons een hele mooie dag beloofd, het zou 22 graden worden en we willen ze daar graag aan houden.
Al vroeg schijnt de zon de camper in en de temperatuur loopt snel op naar aangename waarden, het is al vroeg zo lekker dat we buiten kunnen ontbijten, want een luxe!
Het plan om over de Dordogne te kanoën laten we varen, het weer is er wel naar, het wordt 22 graden en de mooiste dag van ons trip, maar de watertemperatuur is nog erg koud en door de hoge waterstand is het risico dat je om gaat behoorlijk hoog. We bedenken een alternatief en gaan op de fiets naar Argentat, een plaatsje waar wij zo’n 12 jaar geleden ook als eens waren en we gaan even terug in de tijd! Op kade aan de Dordogne nestelen we ons op een terrasje, eten een hapje nog ter ere van de trouwdag van Wim en Renda en daarna bekijken we mooie stad.
Volgens onze reisgidsen is Argentat, vanouds een vissersplaatsje, de mooiste halte aan de oever van de Dordogne. Langs de over staan de oude vissershuizen met hun eindeloze funderingen en hoge stenen muren die zich in het diepe water lijken te steken. Op de gevels lijken de indrukwekkende houten balkons boven de leegte te hangen en daar lieten de vissers hun netten drogen. Heel bijzonder zijn de dakpannen gemaakt van Schist een kristalsteen dat zich gemakkelijk laat splijten en vooral voorkomt aan de rand van het Centraal Massief.
Op de heenweg zijn we over de D12 gefietst en op de terugweg over de D116 die aan de andere kant van de rivier loopt. Wim neemt de racefiets en Renda en Simon gaan elk op een hybride, Simon noodgedwongen omdat de ketting van zijn fiets kapot is maar dat vindt hij helemaal niet erg, ikzelf moet het doen met m’n zware Gazelle, maar ik kom er ook, zij het met wat meer moeite! Terug op de camping staat er bijna 38 kilometer op de teller! Al snel komen de eerste wolken boven de bergen te voorschijn, de voorbode voor het aangekondigde slechte weer!
WOENSDAG 15 MEI
Gisteravond om kwart voor twaalf begon het te onweren en kletterde de regen op het dak van de camper, gelukkig duurde het niet lang en konden we rustig gaan slapen. Als we opstaan is de mooie blauwe lucht van gisteren verdwenen en hangen de wolken over de bergtoppen, af en toe horen we het regenen. Het wordt de slechtste dag van de week en ook nu proberen we er weer wat van te maken. We gaan vandaag over een mooie toeristische route naar Rocamadour en gaan onderweg een paar mooie dorpjes te bekijken.
We rijden eerst naar Curemonte, één van de dropjes die Wim op de fiets al heeft bekeken. Het dorp is in z’n geheel een echte bezienswaardigheid en je treft het aan op de lijst van de mooiste dorpen in Frankrijk. Het hele dorp, met huizen, kerken en kastelen staat op een rotspunt. De regenjassen gaan aan en de paraplu’s gaan omhoog en we lopen een rondje door het mooie dorpje. Omdat het dorpje op een rots staat heb je aan alle kanten een schitterend uitzichten en naast de oude huizen je vindt er mooie sfeervolle hoekjes.
Onze volgende stop is in Carannac, een plaatsje dat zijn Middeleeuwse karakter heeft weten te behouden, steile wegen, zware gotische poorten met smeedijzeren valhekken en wenteltrappen en dat al werd bezongen door François de Fénelon, prelaat en theoloog aan het hof van de Zonnekoning Lodewijk XIV. Ook hier lopen we onder de paraplu een rondje.
We rijden verder naar Château de Castelnau en op een parkeerplaats met uitzicht op het Château is het lunchtijd.
Na de lunch rijden we naar Loubressac, het laatste dorpje dat we vandaag bezoeken. Dit heuveldorp met een weids panorama kijkt uit op de valleien van de Dordogne, de Cère en de Bavre. Vanaf dit natuurlijke balkon zie je in de verte o.a. het Château de Castelnau en de uitlopers van het Centraal Massief. Achter de vestingmuren zorgen de smalle en bochtige straatjes voor een aantrekkelijk plaatje.
Net weer op weg naar onze volgende bestemming Gouffre de Padirac lopen er twee jonge vosjes langs de kant van de weg, stoppen!, snel het raam open en het lukt ons gelukkig nog net een mooie foto van één van de vosje te maken, de tweede is snel weggedoken.
We stoppen nog wel even bij de Cascade d’Autoire en hebben daar een schitterend uitzicht over het dal en de twee kliffen waartussen Autoire weggedoken ligt. De boeren- en burgerhuizen met hun opvallende bruine dakpannen, torentjes en grote duiventillen lijken de hellingen te beklimmen. Deze plaats was zo’n aantrekkelijk toevluchtsoord voor de notabelen uit de streek dat zij er fiks investeerden waardoor een wijk verrees die nu Klein Versailles heet.
En dan door naar ‘Gouffre de Padirac’, een duizelingwekkende natuurlijke grot van 94 meter hoog en hoger dan de hoogste kathedraal. Helemaal onderin, op 103 meter diepte, stroomt een onderaardse rivier over een lengte van 2400 meter. Een rivier die de bezoeker meevoert naar onwaarschijnlijke zuilengangen en gigantische grotten. De ondergrondse rivier en het gangenstelsel vormen sinds hun (her)ontdekking in 1889 één van de grootste trekpleisters in deze streek, waar met name de grote Pendeloque, een reuzenstalactiet van 60 meter, alle aandacht opeist!
Alles wat je in de folders en boekjes over dit grottenstelsel leest klopt helemaal. Het is in één woord ‘Overweldigend’. Met drie liften daal je af naar het binnenste van de aarde en daar kom je bij een ondergrondse rivier waarover je in een bootje door ondergrondse galerijen terecht komt bij de grote Pendeloque. Van daaruit ga je te voet verder en over een aantal bruggen loop je naar het ondergrondse meer en het gewelf de ‘Grande Dôme’ en daar kijk je echt je ogen uit! De kleurschakeringen en de structuur van de stalactieten maken je stil.
Na het bezoek aan de grotten rijden we door naar Rocamadour, dat gaan we morgen bekijken! Het grootste gedeelte van de dag heeft het geregend en we hebben goede hoop dat het morgen weer droog zal zijn, we hopen het in ieder geval van harte, zou wel goed uitkomen als we Rocamadour gaan bekijken.
DONDERDAG 16 MEI
Vandaag gaan we de bedevaartplaats Rocadamadour bekijken, de stad staat aan de rand van een klif dat uitkijkt over de Gorges de l’Alzou. Heiligdommen en burgergebouwen staan op elkaars schouders. Het bolwerk van spiritualiteit is in de 19de eeuw gerestaureerd en is door de symbolische zeggingskracht slecht vergelijkbaar met de Mont-Saint-Michel.
Al in de Middeleeuwen kwamen pelgrims van heide en verre en onder hen waren heel wat prominente figuren zoals de Franse koning Lodewijk IX en de Engelse koning Hendrik III.
Gelukkig is het droog en kunnen we zonder paraplu op pad. We nemen de lift naar het midden plateau, bekijken door o.a. de kathedraal met de Zwarte Madonna en lopen verder de trappen af naar beneden, daar lopen we door de smalle straatjes met veel winkeltjes die hun koopwaar aan de voorbijganger proberen te slijten, er is niet alleen typische toeristen prullaria, ze hebben er ook hele mooie dingen, zoals tassen, schoenen en aardewerk. Helemaal beneden nemen we weer de lift naar het midden plateau en dan lopen we over de ‘Chemin de Croix’ weer naar boven.
Uit één van de informatie folders:
Rocamadour is de tweede belangrijkste bedevaartplaats van Frankrijk, na Lourdes. Vanuit het stadje met zijn nauwe hoofd-straat leidt een trap met 216 treden naar het heiligdom: le Parvis des Eglises. Wie het volgens de middeleeuwse gebruiken wil doen kruipt naar boven op z’n knieën. Op het pleintje bevinden zich zeven kerkjes en kapellen, waaronder de Chapelle Notro-Dame met de beroemde Zwarte Madonna (begin 12e eeuw). Gelovig of niet, wie Rocamadour bezoekt ervaart een zekere mystiek en beseft dat deze plaats ‘iets’ uitstraalt dat men elders niet vindt.
Tijdens de lunch zitten we even lekker in het zonnetje dat inmiddels is doorgebroken en maken we verdere plannen voor de rest van de dag. We lopen eerst nog naar het Chateau en hebben daar een schitterende uitzicht over het hele dorp en over de vallei, formidabel! Wel jammer dat je alleen over de kantelengang kunt lopen en niet het kasteel van binnen kunt bekijken.
Rond half drie gaan we weer On Tour, rijden uitsluitend over D-wegen in de omgeving van de Dordogne en via Soulliac rijden we naar Vitrac Port, daar hebben wij ooit met de camper gestaan maar helaas, de is plek afgesloten, er hangt een bordje ‘Privé’. We rijden door naar Domme, waar je op een parkeerplaats net buiten het dorp mag overnachten, de plekken zijn echter zo scheef dat de camper niet horizontaal te krijgen is, we pauzeren even en aan het eind van de middag rijden we via Sarlat door naar de camperplaats in La Roque Gageac.
VRIJDAG 17 MEI
Het dorpje La Roque Gageac ligt direct aan de Dordogne en de huizen lijken zich vast te klampen aan de steile rotsen en over smalle straatjes en trappetjes kun je opklimmen naar de kerk die hoog boven de huizen staat. De rivier, tegenwoordig gebruikt door de toeristen, was lang een handelsader, dankzij de beroemde ‘Gabares’ platbodemschuiten, waarop allerlei handelswaar werd vervoerd. Nu zijn er nog een paar replica ‘Gabares’ voor tochtjes met uitzicht op de vijf mooiste kastelen van de streek, die zich verdringen op beide rivieroevers.
We blijven in ieder geval vandaag hier staan, even bijkomen van al het moois dat we de laatste dagen weer hebben gezien. Tenslotte hebben we vakantie en is het de bedoeling uitgerust terug te komen! We treffen het weer op onze relaxdag, de zon schijnt en de temperatuur is zéér aangenaam! Op het pleintje achter de camperplaats is een kleine lokale markt met vooral producten uit de streek en natuurlijk gaan we daar even kijken, we komen in ieder geval weer met een doosje aardbeien terug, het zoveelste!
Aan het eind van de middag maken we met één van de ‘Gabares’ een tochtje over de rivier. Onze audiogidsen vertellen ons over de rotsblokken die in 1957 op het dorpje La Roque vielen, over de vissen, de hoge waterstanden, de oorlogen en de belegerde kastelen zoals Castelnaud. In deze vallei van de Dordogne hebben legendarische volkeren, geleerden, marskramers, leenheren en geestelijken na elkaar, maar ook met elkaar geleefd, zonder echter de talrijke arme lieden te vergeten, zonder wie al deze anderen nooit zouden hebben bestaan.
ZATERDAG 18 MEI
Het regent weer als we wakker worden. Toch rijden we eerst naar Sarlat La-Caneda, de stad die meer Middeleeuwse, renaissancistische en 17de-eeuwse gevels bezit dan menig andere Franse stad. Deze welvaart was te danken als beloning aan de trouw aan de Franse Koning tijdens de 100-jarige oorlog. Heel bekend is de grote markt die iedere zaterdag gehouden wordt en waar mensen uit de wijde omtrek op af komen. Sarlat is het centrum van de Franse handel in foie gras en walnoten en dat willen we natuurlijk wel eens zien.
Voor we naar de markt gaan willen we eerst naar de Lidl voor de broodnodige voorraad maar die is wegens verbouwing gesloten en we gaan op zoek naar een parkeerplaats in de stad waar we de campers kwijt kunnen. Het is hartstikke druk, we rijden stapvoets en de parkeerplaatsen staan overal overvol en dat is niet het enige, het water komt inmiddels weer met bakken tegelijk naar beneden en om zo naar de markt te gaan hebben we geen zin in. We bewaren Sarlat en z’n markt voor een volgende keer.
We spreken af de omgeving in de camper te verkennen en zoeken een paar landschappelijk mooie routes op. We nemen eerst de D47 naar Les Eyzies en dan de D706 en de D703 naar Le Bugue. In dit mooie dorp aan de Vézère gaan we onze voorraad aanvullen, daar was nog niets van gekomen.
In Campagne stoppen we voor de lunch en daarna rijden we via Le Coux-et-Bigaroque naar St. Cyprien, daar is morgenochtend een boerenmarkt, kunnen we toch nog markten!!
We rijden op de rand van een slecht weer gebied, de ene keer hebben we pikzwarte luchten en regent het keihard en een ander moment schijnt de zon tussen de witte wolken door, je krijgt hierdoor wel hele interessante luchten voorgeschoteld. We vinden een mooi plekje op de officiële camperplaats aan de rand van de binnenstad. Er zijn acht beschikbare plekken en er staan al vier campers waarvan drie Nederlanders, voor het eerst dat we ergens staan waar ook andere Nederlanders zijn. Een half uurtje na aankomst zijn alle beschikbare plekken gevuld.
ZONDAG 19 MEI (Eerste Pinksterdag)
De weekmarkt wordt gehouden in de smalle straat die dwars door het centrum loopt. Er is van alles te koop, regionale streekproducten zoals Confit de Canard, Foi Gras, kaasjes, worst en nougat, er is een kraampje met Marokkaanse lekkernijen waarvan we wat meenemen voor bij de koffie, groente en fruit, kleding, brood, manden, messen, oesters en gegrilde kippen, één kip gaat mee naar de camper. Tot slot zien we tot onze verbazing een Nederlandse viskraam en die heeft zelfs zoute haring, en ja, ook hiervan gaan er een paar mee.
Na de markt eerst koffie met wat lekkers en dan rijden we via Les Eyzies en Périgueux naar Brantôme. Langzamerhand rijden we verder naar het noorden en beginnen we aan de terugreis, a.s. vrijdag moeten we weer thuis zijn, zaterdag komen drie van onze kleinkinderen logeren. Het is zwaar bewolkt, het regent geen pijpenstelen maar droog is het ook niet, regelmatig komen er regendruppels op de voorruit. Langs één van de binnenwegen die de Tom Tom van Wim ons laat rijden komen we langs een ganzenfokkerij, daar loopt de Foie Gras nog in de wei!
We rijden dwars door Périgueux en middenin de stad, net over de brug zien we langs de kade campers staan, dit plekje gaan we onthouden, kunnen we mooi een keer gaan staan als we terug-komen van één van onze overwinteringtrips naar het Iberisch schiereiland. We lunchen in Château l’Évêque, verzorgen daar ook de campers en gaan weer verder naar Brantôme. Op de camperplaats is het één blubber al blubber dankzij de regen van de laatste dagen. Toch vinden we nog een plekje waar we zonder problemen kunnen komen.
Uit Kapitool Reisgidsen:
Brantôme, omringd door de rivier de Dronne wordt ook wel het Venetië van de Périgord Vert genoemd. De middeleeuwse Abdij en de 11de-eeuwse klokkentoren (de oudste in Frankrijk), vormen samen met de groene rotswand erachter een indrukwekkend decor voor dit pittoreske stadje. De dichter Peirre de Bourdeille (1540-1614) werd in zijn jeugd tot abt benoemd, naar verluidt had hij ondermeer een verhouding met koningin Mary van Schotland. Na een val trok de kreupele Bourdeille zich in 1569 terug in de Abdij om zijn (schunnige) memoires te schrijven.
Aan het eind van de middag lopen we nog even naar het gezellige en sfeervolle stadje met z’n smalle straatjes en leuke winkeltjes, het regent nu gelukkig helemaal niet meer. Als we de brug naar de Abdij overlopen zien we aan linkerkant een waterrad en op dat moment krijg ik een déjavu, volgens mij zijn we hier eerder geweest, maar 100% zeker? Simon kan het zich niet herinneren. Terug bij de camper ga ik snuffelen in oude verslagen, en jawel, in 2005 hebben we hier ook rondgelopen! Toen zijn we de abdij niet in geweest, morgen gaan we dat wel doen.
Lees verder week 3