FRANKRIJK: “MET VRIENDEN NAAR DE DORDOGNE” (week 3)
MAANDAG 20 MEI (tweede Pinksterdag)
In de loop van de ochtend lopen we naar het dorp, bekijken de kerk en lopen over de binnenplaats achter het klooster naar een aantal grotwoningen in de klif. Bijzonder om te zien hoe de mensen hier honderden jaren geleden hebben gewoond. In één van de grotwoningen is in de 16de eeuw een enorme Kruisiging uitgehakt en daarnaast is een afbeelding te zien van het laatste oordeel. Als afsluiting van de rondgang kijken we in het Museum waar werken zijn tentoongesteld van Fernand Desmoulin, een in deze streek geboren illustrator en schilder.
Ook lopen we nog een rondje door het gezellige dorpje met z’n smalle straatjes, diverse winkeltjes zijn vandaag gesloten omdat het tweede Pinksterdag is, alleen de op de toerist gerichte winkeltjes zijn open, de leukste winkeltjes zitten verscholen in de in de rosten uitgehakte ruimtes, de leukste pandjes in de smalle straatjes. Toen we vanochtend wakker werden schoon de zon en was het blauw boven ons, al heel snel trekt de lucht weer dicht en tegen de middag begint het weer te spetteren.
Na de lunch besluiten we toch maar verder te rijden, eigenlijk wilden we hier een dagje blijven staan maar het weer werkt niet mee, het regent en het is maar 11 graden! We gaan via Nontron (een grijze stad), Rochechouart waar we even bij het kasteel gaan kijken, naar Saint Junien een al sinds de Middeleeuwen bekend handschoenenmakerscentrum. Het regent nog steeds en de winkeltjes zijn gesloten, we gaan verder naar Oradour-sur-Glane, de eindbestemming van vandaag. Morgen gaan we hier het ‘Centre de la Mémoire d’Oradour’ bezoeken.
DINSDAG 21 MEI
Uit een folder: Oradour sur Glane was op 9 juni 1944 nog springlevend en getuigd tegenwoordig! Hier is de tijd niet blijven stilstaan, nee, de tijd bestaat niet meer sinds 10 juni 1944, toen het onherstelbare is begaan. Vier dagen na de invasie in Normandië, doet een regiment SS dit Limousijnse dorpje aan en verwoest alles onderweg, vermoordt de 642 inwoners, onder wie 205 kinderen, uit. Zes personen wisten aan de gruwelijkheden te ontkomen. Na deze misdaad heeft het vuur vrijwel alles verwoest.
Voor we dit martelaarsdorp betreden met het marktplein, waar de hele bevolking van het stadje bijeengedreven werd, gaan we eerst kijken in het Centre de la Mémoire. Eenmaal in het stadje waar alleen de gevels nog overeind staan als symbolen, is bijna 60 jaar geleden in enkele minuten tijd alles veranderd. De tram rijdt nergens meer naar toe, auto’s staan stil en de elektriciteits-palen hebben wel draden maar geven geen stroom meer en dan is er nog de kerk, waarin de vrouwen en kinderen werden vermoord. In dit dorp voel je wat oorlog doet! Je wordt er stil van!!
We moeten even bijkomen en gaan dan weer op weg naar onze volgende bestemming. Rijden via Blond naar Bellac en dan richting Blois, jammer dat het regent en de wolken heel laag hangen. Hoe noordelijker we komen, hoe slechter het buiten wordt. In veel weilanden en op de akkers kan het water niet weg en staan grote plassen en de rivieren zien hier bruin van de modder die uit de hoger gelegen gebieden komt. De mooie slingerweggetjes aan het begin van de route zijn overgegaan in de bekende kilometers lange kaarsrechte wegen.
Het landschap wordt weidser en vlakker, steeds minder bomen en steeds meer akkers met daarop diverse soorten graan en koolzaad dat op veel plekken is platgeslagen door de regen en maïs dat net z’n eerste blaadjes boven de grond uitsteekt en ertussen af en toe een weiland met koeien. Links van de weg zien we Château Azay-le-Ferron, we gaan even kijken en maken er gelijk maar koffietijd van! En dan nog 99 kilometer naar Blois over weer bijna allemaal saaie kaarsrechte wegen, alleen het stukje van Le Chaillon tot Saint Aignan is landschappelijk mooi.
Tegen de avond komen we aan in Blois, we willen naar de camperplaats dichtbij het centrum en het Château dat we morgen willen gaan bekijken. We komen voor een dicht hek, de camperplaats is gesloten i.v.m. renovatie! Ter plekke beslissen we door te rijden naar Beaugency een plaatsje zo’n 30 kilometer hoger langs de Loire, we bewaren Blois wel voor een andere keer! We moeten weer dwars door de stad en komen langs het Château, zien we er toch nog iets van! In Beaugency vinden we de plek zonder moeite en bij de ingang staat een ………Pizzakraam!!
WOENSDAG 22 MEI
Gisteravond bij aankomst waren er nog maar een paar vrije plekjes en al was het een beetje modderig, we hadden plek! Vanochtend vertrokken er zoals altijd de nodige campers en wij verplaatsen de campers naar het mooiste plekje, helemaal vooraan met uitzicht op de rivier en op de uit op de 11de-eeuw daterende brug die tot voor kort de enige overspanning was over de Loire tussen Blois en Orléans. De brug werd tijdens de Honderdjarige Oorlog vier keer door de Engelsen veroverd voordat Jeanne d’Arc hem in 1429 weer in Franse handen bracht.
Het Loire-dal waar we nu zijn is officieel uitgeroepen tot Werelderfgoed door Unesco.
We pakken de fietsen en gaan eerst een rondje door Beaugency. Het stadscentrum wordt gedomineerd door een vervallen 11de-eeuwse wachttoren, een 16de-eeuwse klokkentoren (de kerk werd tijdens de revolutie verwoest), de abdijkerk de Notre-Dame en natuurlijk een standbeeld van Jeanne d’Arc. Op de kleine markt in het centrum verkopen ze groente en fruit, honing, vlees en vis, kaas, olijven en kleding.
We gaan op de fiets langs de Loire op zoek naar het Blauwe water in Tavers, het kost enige moeite het te vinden, we waren er al bijna voorbij gefietst, maar uiteindelijk zien we toch het bordje dat verwijst naar een natuurlijke bezienswaardigheid: de ‘Eaux Bleues van Tavers’. De bron, gevoed door het grondwater van Beauce, veroorzaakt in Les Fontenils al spuitend bubbels en creëert in de grijsblauwe klei en het watergras een smaragdgroen kleurige lagune. We picknicken in het parkje en verorberen de bij de boulangerie gekochte bijzondere lekkere broodjes.
Op de terugweg gaan we nog de 450 meter lange brug over, kijken nog even rond aan de overkant en hebben daar een mooi uitzicht op Beaugency. Terug bij de campers gaan de stoelen op ons terras, het zonnetje schijnt af en toe en dat is inmiddels al weer een paar dagen geleden, de laatste mooie en droge dag was vrijdag! We genieten van de rivier en de Petanque spelende Fransen. We sluiten de dag af met zoals wij Nederlanders dat noemen Jeu-des-Boules en deze keer winnen de meiden met 2-1! en onder het genot van een drankje evalueren we onze reis
DONDERDAG 23 MEI
Vanochtend nemen we afscheid van Wim en Renda, zij gaan er drie dagen over doen om weer thuis te komen en wij twee dagen.
We hebben samen een mooi rondje gereden, we hadden ons wel iets anders voorgesteld van de weersomstandigheden, maar hebben desondanks een fijne tijd gehad waarin we samen het e.e.a. hebben beleefd, heel veel hebben gezien en ook heel veel hebben gelachen! Renda, je mag nog weer eens zo’n opmerking maken!
Om negen uur staan we in de startblokken voor de laatste twee etappes van deze reis. We worden uitgezwaaid en vertrekken richting Orléans en daarna gaan we richting Parijs, een niet al te interessante route, vlak, vlak en nog eens vlak en we kunnen kilometers ver kijken. Grote windmolens ontsieren het landschap. Het enige dat alles een beetje opvrolijkt zijn de knalgele koolzaadvelden. Gelukkig schijnt de zon nog regelmatig de camper binnen en is er van de voorspelde regen vooralsnog geen sprake.
Parijs willen we met een grote boog mijden en zetten de navigatie op de N104 / A104, al heel snel komt in het scherm de melding: ‘Anderhalf uur vertraging’! Daar hebben we geen zin en kiezen voor de optie file vermijden. Via wat omwegen komen we op de A86, de ‘Périphérique de l’ Ile-de-France’, het is af en toe een klein stukje langzaam rijden maar we zijn redelijk snel aan de andere kant van de stad, in ieder geval een stuk sneller dan over de N104 en de A104. Ondertussen pakken donkere wolken zich boven ons samen en de eerste bui van de dag volgt snel!
Eenmaal Parijs voorbij nemen we de N2 en gaan richting Soissons, de grootste buienactiviteit is weer voorbij maar lichte en donkere wolken wisselen elkaar snel af, het ene moment schijnt de zon en het volgende moment regent het weer, krijgen zelfs een hagelbuitje, en de temperatuur is aan de lage kant, 13 graden, daar voel je in de camper natuurlijk niks van. Geen weer om te stoppen in Soissons, we rijden verder en gaan via Laon en Guise (N2, D12, D946, N29) naar Landrecies waar je bij het begin van de stadsrondwandeling zou mogen overnachten.
De goed aangegeven plek, aan het eind van de ‘Jardin Public’, is een werkelijk prachtig gratis overnachtingsplekje voor vier campers met uitzicht op het ‘Canal de la Sambre a l’ Oise’. Zo te zien is de plek kort geleden gerenoveerd en voorzien van nieuwe struikjes en pas ingezaaid gras. ’s Avonds maken we een wandeling door het dorp dat wel erg uitgestorven is, we zien o.a. het ‘Hotel de Ville’ met daarvoor een standbeeld van een oude gouverneur. Op 200 meter afstand van de camperplaats ontdek-ken we een Aldi, morgen nog even een paar boodschappen doen!
VRIJDAG 24 MEI
Na een erg koude nacht, het is maar 2 graden buiten, zijn we vroeg wakker, besluiten om op te staan en op tijd aan de laatste etappe van 322 kilometer te beginnen, kunnen we rond de middag bij één van onze kinderen zijn en daar lunchen. Om half acht zijn we er al klaar voor en via Maubeuge rijden we naar België en dan de inmiddels overbekende route via Brussel en Antwerpen naar Nederland. Na een gezellige lunch met Robin en Thijn, en een bliksembezoekje aan Xander op zijn kantoor, zijn we rond half drie weer THUIS en hebben in totaal 2640 kilometer gereden.